is een woord van Griekse herkomst (nomos, wet; a-, on-), dat een afwijking van de bepaalde regel aanduidt.
(1 sterrenkunde). In de Oudheid meende men, dat de planeten zich met een parige snelheid langs cirkels bewogen ; ze beschrijven in werkelijkheid ellipsen met de zon in een van de brandpunten en hun snelheid is groter, naarmate zij zich dichter bij de zon bevinden. Deze afwijking van de eenparige beweging noemde men anomalie.
Tegenwoordig verstaat men onder anomalie de hoek, die de voerstraal van een planeet of komeet, d.i. de rechte lijn getrokken van de zon naar dit hemellichaam, maakt met de grote as van haar baan.
(2), wordt overigens in verschillende takken van wetenschap in verschillende speciale betekenissen gebruikt. De betekenissen van het woord isanomalen (= lijnen van gelijke anomalie) zijn dienovereenkomstig. Voorbeelden: Anomalie van het aardmagnetisme; temperatuur-anomalie (in de meteorologie), z temperatuur (der lucht); anomalie van de zwaartekracht.