Slowaaks nationalist (Cerno 29 Sept. 1864 - 16 Aug. 1938), was de zoon van een boer in het toen tot Hongarije behorende Slowakije. Nadat hij in 1889 tot priester was gewijd, toonde hij zich al spoedig een tegenstander van overheersing van Magyaren en Duitsers in de Oostenrijks-Hongaarse monarchie.
Hij verlangde autonomie voor Slowakije, ook toen na de vredes van St Germain en Trianon dit land bij Tsjechoslowakije werd gevoegd. Gedurende Wereldoorlog I had hij te Pittsburg (U.S.A.) van Masaryk de toezegging gekregen, dat de Slowaken autonomie konden krijgen, maar dit „verdrag van Pittsburg” werd naar zijn mening na 1919 niet nagekomen. Als leider der (Katholieke) Slowaakse volkspartij (die slechts een gering aantal aanhangers had) kreeg hij zitting in het Parlement te Praag. Eerst in Febr. 1938 begon hij, in samenwerking met Duitse nationalisten (z Henlein), wederom een hevige actie, die echter niet op het uiteenvallen van de Tsjechoslowaakse Republiek was gericht.