vormen een klasse der weekdieren. Evenals de slakken, kruipen zij door middel van een brede voet.
De kop is weinig ontwikkeld, het lichaam symmetrisch en de bouw der schaal wijkt zeer sterk van die der slakken af. Deze schaal bestaat uit acht platen, die in dwarse richting over de rugzij van het dier zich uitstrekken. Langs de zijden van het dier loopt een sterk ontwikkelde mantelplooi, waaronder de kieuwen zijn verborgen. Ook door het zenuwstelsel wijken zij sterk van de andere weekdieren af. Deze dieren worden ook wel Chitoniden, Loricaten of Placophoren (Keverslakken) genoemd. Zij leven alle in zee en kunnen zich als de pissebedden oprollen. Ook aan de Nederlandse kust komt een keverslak (Chiton) voor. Men rekent ook tot de Amphineura de merkwaardige groep der Solenogasires (Aplacophora), die meer wormvormig zijn, met gereduceerde kop en voet. De stekelige mantel omgeeft het dier geheel. Het zijn ook zeedieren, vooral uit de Middellandse Zee en de Ijszee bekend. Door de aard van hun schelpen kent men fossiel slechts weinige amphineura, en dan nog als enkele losse platen, die reeds in het onderste Siluur optreden.DR H. ENGEL.
