Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Ambrosius arnold willem hubrecht

betekenis & definitie

Nederlands dierkundige (Rotterdam 2 Mrt 1853 Utrecht 21 Mrt 1915), werd in 1882 hoogleraar in de zoölogie, vergelijkende anatomie en physiologie te Utrecht. Hij heeft zich vooral naam verworven met zijn onderzoekingen op het gebied der embryologie, waarvoor hij zeldzame embryonen verzamelde, o.a. in Oost-Indië en Zuid-Afrika.

In 1910 werd hij buitengewoon hoogleraar te Utrecht om zich geheel te kunnen wijden aan deze tak van wetenschap. Van grote invloed en betekenis zijn vooral zijn onderzoekingen over de placentatie geweest. In 1912 richtte hij het Institut International d’Embryologie op en maakte het Embryologisch Instituut te Utrecht, naar hem het Hubrecht-laboratorium genaamd, tot het voornaamste centrum van de studie der embryologie. Hubrecht werkte o.a. krachtig mee aan het oprichten van het Zoölogisch Station te Den Helder.Bibl.: Behalve artikelen in de Gids, publiceerde H. een groot aantal wetenschappelijke verhandelingen, waarvan Keibel (zie lit.) een volledige lijst heeft gegeven.

Lit.: F. Keibel, in: Anat. Anz. 48, 1915, p. 201-8; M. Weber, in: De (Groene) Amsterdammer, 27 III 1915; E. W. M., in: Nature, 1915, Vol. 95, p. 121.

< >