(Carlo) Italiaans dichter (Pavia 14 Juni 1650 - Frascati 13 Juni 1712), verwierf in 1683 te Rome de gunst van koningin Christina van Zweden en maakte deel uit van haar hof en de door haar in 1656 gestichte Accademia Reale. Hij besloot er de lyrische poëzie te hervormen naar het model der klassieken, waarvan hij een goed kenner was.
In die geest bezong hij ook de koningin in zijn mythologisch drama Endimione, waaraan wellicht Christina zelf heeft medegewerkt. Na haar dood ging hij, in 1691, naar de „Arcadia” (z academie, Italië: Arcadia) over, waar hij met zijn antikiserende metrumvondsten à la Chiabrera een der meest gevierde modedichters werd. Slechts zelden vindt men bij hem die echte poëtische noot, waarom hij zelfs nog bij een Monti, Foscolo en Leopardi in ere stond.MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: Poesie liriche (1681); Amalasunta in Italia (1681, tragedie); Endimione (1692, pastorale); Rime (1704); Sei Omelie di Clemente XI (1712). G.’s werken zijn uitgeg. in 1726 als: Poesie.
Lit.: I. Garini, L’Arcadia (Roma 1891); G. Capsoni, A. G. (Pavia 1897); T. L. Rizzo, A.
G. (Lecce 1928). Vgl. G. Garducci, in: Opere, XVI, blz. 414 vgg., over G.’s lyriek.