Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Albrecht WEBER

betekenis & definitie

Duits taalgeleerde (Breslau, 17 Febr. 1825 - Berlijn 30 Nov. 1901), werd in 1856 buitengewoon en in 1867 gewoon hoogleraar in de Oudindische taal en letterkunde te Berlijn. Een aantal Sanskritwerken gaf hij voor de eerste maal critisch uit.

Onder alle indologen bekleedt hij een ereplaats, zowel om de veelzijdigheid als om de degelijkheid van zijn talrijke werken.Bibl.: uitgave v. d. White Yajur-veda (3 dln, 1852-1859) en v. d. Taittiriya Samhita (Indische Studiën 11 en 12, 1871-1872); Indische Literaturgeschichte (1852; 2de dr. 1876); Indische Skizzen (1857); Indische Streifen (3 dln, 1868-1879); uitg. d. Indische Studiën (sed. 1850); Saptaéatakam des Hala (1870, voll. ui tg. 1881); Verzeichnis d. Berliner Sanskrithandschriften (dl 1, 1853; dl 2, 1886-1892); bijdragen voor het grote Petersburgse Woordenboek.

Lit.: Biogr. Jahrbuch, VI (1901); E. Windisch, Gesch. d. Sanskrit Phil. (1917), p. 319-355.

< >