Duits physioloog (Rostock 16 Sept. 1853 - Heidelberg 5 Juli 1927), studeerde geneeskunde onder Hoppe-Seyler te Straatsburg, werd 1887 hoogleraar in de physiologie te Berlijn. In 1895 ging hij als zodanig naar Marburg, in 1901 naar Heidelberg.
Hij onderzocht vooral de bouw der eiwitlichamen, de nucleïnen en de splitsingsproducten daarvan en deed op dit gebied vele belangrijke vondsten. In 1910 werd hem de Nobelprijs toegekend voor physiologie en geneeskunde.Bibl.: Untersuchungen über Nukleine und ihre Spaltungsprodukte (1881).
Lit.: C. Neuberg, K., in: Ber. d. deutsch. chem. Ges. (1927); S. Edlbacher, K„ in: Zeitschr. f. physiol. Chemie CLXXVII (1928).