Nederlands koloniaal bewindsman (Bremen 1761 - Haarlem 7 Mrt 1810), doorliep snel verschillende rangen aan de secretarie te Batavia, werd in 1795 extraordinair lid van de Raad van Indië, in 1801 directeur-generaal en was van 1805-1808 gouverneur-generaal.
Gedurende zijn bewind werden de onlusten in Cheribon beëindigd en werd het overschot van ’s compagnie’s oorlogsvloot door de Engelsen vernietigd; de herleving van de handel door de verkoop van Indische producten aan buitenlandse afnemers (daar de verbinding met het moederland verbroken was) had echter een zekere welvaart en een financieel gunstige toestand tot gevolg. 25 Mrt 1808 vertrok hij naar het koninkrijk Holland.
