eigenl. A.
Pincherle, Italiaans schrijver (Rome 28 Nov. 1907), is wel de persoonlijkheid met het sterkste reliëf onder de prozaïsten van zijn land. Van begin af toont hij de morele — niet moralistische! — drang om wanhopige en bedorven aspecten van hedendaags leven en zeden in uiterste koelheid en schijnbare gedetacheerdheid te behandelen, welhaast zonder enig eigen oordeel. In zekere zin is hij daarmee de voortzetter van de antieke verteller. Hij schept milieu’s en karakters, roept intriges en situaties op, maar zijn weergave houdt hij ruw, haast provisorisch, en altijd is zij antiliterair. Van zijn jeugdboek Gli Indifferenti (1929) af, waarin het fascisme niet ’t voor het regime bedenkelijke zag, heeft hij dit genre tot hoge perfectie opgevoerd. Zijn grote romans bleven experimenteel en kil (de beste: La Romana, 1947, ook in Ned. vert., en verfilmd); zijn novellenbundels of korte romans op het puberteitsthema (beste: Agostino, La Disubbidienza) verraden daarentegen de meester ener onrustige en spitse sensibiliteit. Zijn best gebouwde roman naar de door Manzoni geschapen traditie is il Conformista (1951).Moravia’s vrouw, Elsa Morante, is eveneens een bekwaam romancière (Menzogna e sortilegio, 1949, won de Viareggio-prijs).
DR MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: Gli Indifferenti (1929); Le Ambizioni sbagliate (rom., 1935); L’Imbroglio (vertellingen, 1937); La Mascherata (id., 1938) ; I Sogni del Pigro; L’Epidemia (surrealist.,satir. allegorieën); L’Amante infelice (verteil., 1943); Agostino (1944); La Romana (rom. v.e. prostituée, 1947); La Disubbidienza (1948); L’Amore coniugale (verteil., 1949); II Conformista (1951).
Lit.: P. Pancrazi, Realismo di Moravia, in Scritt. del’goo (1934); en: Moravia moralista?, in Scritt. d’oggi; E. DeMichelis, M. o l’intreccio,in: Civilta Moderna, XI, 1939; en: L’ultimo M., in: Nuova Europa, 2 Sept. 1945; Nie. Gallo in: num. spéc. v. L’Age Nouveau (Juli-Aug.-Sept. 1951).