Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Alaska

betekenis & definitie

het grootste territorium der V. S., ligt in het N.W. van Noord-Amerika.

Het omvat: a. een smalle kuststrook (langs British Columbia), van het Portland Canal op 55° N.Br. noordwaarts tot Mount Elias met de eilanden vóór die kust (z Alexander Archipel); b. het voornaamste deel: het vasteland van Noord-Amerika ten W. van de 141ste meridiaan W.L.; c. de Aleoeten, een voortzetting van het schiereiland Alaska. Onder Amerikaans gezag staan ook enige eilanden in de Bering-Zee (Saint Lawrence, de Pribilofgroep en enkele andere). Alaska strekt zich uit tussen 510 en 710 30' N.Br. (Kaap Barrow) en tussen 130° en 173° W.L. (het eiland Attu bij de kust van Azië); het beslaat een oppervlak van i 519 171 km2 en telt 72 524 bewoners (1940), waarvan 39 170 blanken, 11 283 Indianen, 15 576 Eskimo’s en 5559 Aleoeters.In het Z. verheffen zich in het kustgebergte hoge toppen: de Fairweather (4483 m), de Elias (5520 m), de Wrangell (5338 m), Logan (5862 m) en de McKinley (6141 m); hier buigt de keten om en zet zich in de Aleoeten voort. Een rij werkende vulkanen, aard- en zeebevingen en de nieuw ontstane eilandjes Bogoslow en Grewingk tonen de tectonische activiteit van dit berggebied. De hoge bergen langs de kust zijn met grote gletsjers bedekt; de oevers der fjorden rijzen steil uit de zee op. Het woeste landschap is hier indrukwekkend schoon. Noordelijk Alaska bestaat uit laag bergen heuvelland, met laagland langs de kusten en de rivieren. Het klimaat aan de kust is oceanisch, de winters zijn niet koud, de zomers vrij koel, de neerslag is groot (Sitka: 2800 mm). De kust van de Beringzee kent een geringe neerslag, vrij veel nevel en een groter temperatuursverschil tussen de seizoenen. Het binnenland heeft een echt continentaal klimaat met bijzonder koude winters, warme zomers en weinig neerslag.

De belangrijkste rivieren in het Z. zijn de Stikine, de Taku, de Chilkat en de Copper, die in de Grote Oceaan monden; van een geheel ander formaat is in het hoofddeel van Alaska de Yukon, slechts ruim 3 maanden niet bevroren; ten Z. van deze grote stroom voert ook de Kuskokwin veel water naar de Beringzee. In de Ijszee monden de Colville en Noatok.

Behalve op de hogere bergen, is Alaska tot ongeveer 67° N.Br. bijna geheel met bos bedekt, hoofdzakelijk naaldhout, hoewel berken, wilgen en elzen niet zeldzaam zijn. Ten N. van het bos ligt het toendragebied. De waardevolle pelsdieren lokten reeds de eerste blanken hierheen, maar de wildrijkdom (bevers, vossen, marters, beren, caribou’s, otters) is door de jacht sterk verminderd. Thans bestaan strenge bepalingen ter bescherming van het wild. Wolven zijn veel voorkomende roofdieren. De visvangst is een bijzonder belangrijke bedrijfstak, thans ook door federale wetten geregeld. Zalm (waarvan men de vangst bijna geheel inblikt) en haring zijn de belangrijkste vissen. De totale waarde van de jaarlijkse zalmvangst alleen bedraagt hier gemiddeld 40-50 millioen dollar. De regering heeft viskwekerijen ingericht om achteruitgang van de visrijkdom te voorkomen. Ook walvistraan, vismeel en levertraan zijn uitvoerproducten.

De minerale rijkdom van Alaska is groot. Hoewel reeds sinds 1862 goud was aangetoond, de stad Juneau naar een dezer ontdekkers is genoemd en de winning sinds 1882 gestadig toenam, verwierf Alaska als goudland eerst de belangstelling der gehele wereld in 1896 door de ontdekking in het Klondike gebied, even over de Canadese grens. Dit leidde de befaamde „goldrush” in over de Ghilkoot- en White-passen (bij Skagway); Dawson, in het Canadese grondgebied, groeide snel. In Alaska ontstonden nederzettingen door het oplevende verkeer (Circle City en Skagway bijv.). Andere als Sitka, Wrangell, groeiden, stoomvaartlijnen openden diensten op Alaska, in 1899 kwam een spoorlijn over het gebergte gereed. (Thans voert een spoorlijn van Seward, aan de oostkust, tot Fairbanks in het binnenland). Andere districten, op Amerikaans gebied, leverden later ook belangrijke hoeveelheden goud. Van 18801930 leverde Alaska 389 235 millioen dollar goud, waarvan in 1930 alleen $8394000. Hoofdzakelijk wint men dit metaal thans uit gesteenten; het gemakkelijk verkrijgbare gedegen goud komt weinig meer voor. Zilver levert Alaska ook veel (tot 1930: $ 11 896 000), terwijl de waarde van de koperproductie die van het goud heeft voorbijgestreefd. Rijke kopermijnen liggen op de zuidelijke flank der Wrangell-bergen (waarheen een spoorweg van de kust leidt van de ijsvrije haven Cordova), in het gebied der Copper Rivier en bij Prince William Sound. Tot 1930 leverde Alaska 212 008 mihoen dollar aan koper. Ook de ertsen van andere metalen (lood, antimoon, tin, wolfram, platina, kwik, nikkel, cobalt, palladium) zijn aanwezig en worden ten dele uitgebuit; de aangetoonde voorraad steenkolen is zeer groot. De totale waarde van de uitvoer is vrij constant, ongeveer het dubbele van de invoer, welke 30-35 millioen dollar bedraagt. Verdere ontwikkeling van het verkeer biedt volgens velen grote mogelijkheden voor Alaska, temeer daar ook landbouw en veeteelt in verschillende delen niet zo onmogelijk zijn als men lange tijd dacht. De laatste wereldoorlog heeft de belangstelling voor Alaska in de V.S. zeer vergroot. Uit militaire overwegingen heeft men er in korte tijd een moderne autoweg, de Alaskaweg naar aangelegd, die het bezoek en de immigratie van dit territorium ten goede zal kunnen komen. De bevolking bedroeg in 1880: 33 426 (ten dele Indianen en Eskimo’s), in 1890: 32 052, in 1900 (na de goldrush) 63 592, in 1910: 64 356, in 1920: 55 036, in 1930: 59 278, in 1940: 72 524. De Universiteit van Alaska, op bescheiden leest geschoeid, is gevestigd in College, bij Fairbanks.

Het vasteland van Alaska werd door de Russische expeditie van Behring, in 1741 ontdekt. Van 1799 af beheerste een Russische pelshandelmaatschappij het gebied, die haar monopolie in 1862 moest afstaan aan de Russische regering. Bij het verdrag van 30 Mrt 1867 kochten de V.S. Alaska van Rusland voor $ 7 200 000. Een gemengde commissie, bestaande uit drie Amerikanen, twee Canadezen en een Engelsman, deed in Oct. 1903 uitspraak in een grensgeschil tussen de V.S. en Canada, waardoor de V.S. een doorlopende kuststrook verwierven.

Het bestuur van het territorium berust bij een gouverneur, door den President der V.S. benoemd, die regeert met een wetgevend lichaam van acht senatoren en zestien afgevaardigden, allen uit Alaska, die vergaderen in de hoofdstad Juneau. De gouverneur heeft het recht van veto en het Congres der V.S. moet de besluiten goedkeuren, alvorens zij kracht van wet hebben.

PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER

Lit.: Henry W. Clark, Alaska: the last frontier (New York 1939); Merle Colley, A Guide to Alaska, Fed. Writers Project, (New York 1939); Georg Sundborg, Opportunity in Alaska (New York 1945); S. R. Tompkins, Alaska, Promyshlennik and Sordough (Norman, Okl., 1946).

< >