Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Agora

betekenis & definitie

Grieks woord, dat in oorsprong de vergadering aanduidt van het volk, later de plaats, waar het volk vergadert, in historische tijden een plein, omgeven door openbare gebouwen, hallen, waar men wandelde, en winkels van allerlei soort. Zij was de verzamelplaats voor de bevolking van een stad: de tijd tussen 9 en 12 uur ’s morgens werd aangeduid als „de tijd waarop de agora vol is”.

Men vond een agora in elke stad; die in Athene is uit de literatuur het meest bekend. In de Hellenistische tijd (na Alexander den Grote) was zij geheel met gebouwen en hallen omgeven en van poorten voorzien.Lit.: Szanto, in: Pauly-Wissowa, Real-Lexikon der klass. Altertumswiss., I; W. Judeich, Topographie von Athen (1905); A. v. Gerkau, Griech. Städteanlagen (1924).

< >