noemt men in de wiskunde het overblijvende deel van een kegel, pyramide, cylinder of prisma, wanneer een gedeelte door een vlakke doorsnede er van wordt afgesneden. Bij cylinders of prisma’s onderscheidt men „recht afgeknot” en „scheef afgeknot”, al naar gelang het snijvlak evenwijdig loopt aan het grondvlak of niet.
Bij pyramiden en kegels is het gewoonte, onder afgeknot steeds recht afgeknot te verstaan. De inhoud van een afgeknot driezijdig prisma is gelijk aan het grondvlak maal het gemiddelde van de loodlijnen uit de hoekpunten van het bovenvlak op het grondvlak neergelaten of ook gelijk aan de loodrechte doorsnede maal het gemiddelde der evenwijdige ribben, maar bij een n-zijdig prisma is dat in het algemeen niet het geval. De inhoud van een (recht) afgeknotte pyramide of kegel, waarvan de hoogte h, en de oppervlakken van grond- en bovenvlak G en B bedragen, is Vs h (G+B+ y/GB).