heten in het algemeen groepen of enkelingen, die zich van een gevestigd kerkgenootschap losmaken; in de Nederlandse kerkgeschiedenis en in het Nederlandse taalgebruik in het bijzonder de volgelingen van Hendrik de Cock, die in 1834 en volgende jaren de Ned. Herv.
Kerk verlieten en een eigen (gereformeerd) kerkgenootschap stichtten [z afscheiding).