Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Adolphe DECHAMPS

betekenis & definitie

Belgisch staatsman (Melle, bij Gent, 17 Juni 1807 - Scailmont, bij Manage, 19 Juli 1875), werd in 1834 te Ath gekozen tot lid van de Tweede Kamer. In 1842 volgde zijn benoeming tot gouverneur van de provincie Luxemburg en een jaar later die tot minister van Openbare Werken.

Met kracht werkte hij aan de voltooiing van het grote Belgische spoorwegnet. Na de val van Nothomb en het optreden van het kabinet-Van de Weijer (1845) belastte hij zich met de portefeuille van Buitenlandse Zaken en behield die tot aan de zegepraal van de liberalen in 1847. Vóór zijn aftreden had Charleroi hem tot vertegenwoordiger gekozen; hij was een ijverig aanhanger van de partij van de R.K, oppositie. In 1857 werd hij niet herkozen, doch vier jaar later zag hij zijn mandaat hernieuwd, dat hij behield tot de Kamerontbinding van 1864.

Hij stichtte in 1837 met De Decker de Revue de Bruxelles, die tot 1850 bleef bestaan. Ook was hij medewerker van de Revue Générale.Bibl.: Le second empire (1859) ; L’empire et l’Angleterre (1860) ; La France et l’Allemagne (1865) ; Le Prince de Bismarck et l’entrevue des trois empereurs (1873).

Lit.: E. de Moreau, Adolphe Dechamps (Bruxelles 1911).

< >