Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Abraham robert ARNTZENIUS

betekenis & definitie

Nederlands rechtsgeleerde (Delft 22 Mrt 1850 - ’s-Gravenhage 16 Juni 1920), studeerde te Leiden in de rechten en promoveerde summa cum laude in 1873 op proefschrift [i]De staatsleer van J. J.

Rousseau.[/i] Hij was werkzaam ter prov. griffies van Zuid-Holland en Zeeland, daarna referendaris bij Binnenlandse Zaken en werd op 8 Mei 1888 benoemd tot griffier van de Tweede Kamer. Hij werd lid en secretaris van de Staatscommissie ter voorbereiding van de Administratieve Rechtspraak. Gedurende 32 jaren is hij griffier der Tweede Kamer gebleven, in welke werkzaamheid hij geheel opging. Verscheidene aanzienlijke benoemingen heeft hij daartoe opgegeven, o.a. die om J. T. Buys in 1893 op te volgen als hoogleraar in het Staatsrecht te Leiden en om bij de oprichting leider van de Rijksverzekeringsbank te worden te Amsterdam.

Hij heeft de Handelingen van de Grondwetsherziening van 1887 verzorgd en in het licht gegeven. Verder was hij van 1890 af redacteur van het maandblad Themis, in welk tijdschrift hij verschillende belangrijke artikelen publiceerde.

< >