Zuidnederlands dichter (bij Antwerpen 1586 - Amsterdam begr. 22 Jan. 1619), week uit naar het Noorden en vestigde zich als kunst- en boekverkoper te Amsterdam. Hij was een van de ijverigste leden van de aldaar opgerichte Brabantse kamer, die hij herhaaldelijk vertegenwoordigde op toneelwedstrijden en officiële plechtigheden.
Zijn bedrijvigheid op toneelgebied getuigt van een zekere tweeslachtigheid: beurtelings grijpt hij naar het ouderwetse „spel van Sinnen” en naar het in die jaren moderne „treurspel” met Bijbelse onderwerpen naar het model der 16de-eeuwse Franse Protestantse toneeldichters. Te vermelden zijn vooral de Bijbelse stukken Achabs treurspel (van 1612, uitgegeven in 1618) en Jephthah (1615I.Lit.: W. Zuidema, Oud-Holland, XXII (1904), 155-176; M. M. Kleerkoper en W. P. v. Stockum, De Boekhandel van Amsterdam I (1914/’16); J. A. Worp, Gesch. v. d. Amst. Schouwburg (1920); E. Rombauts, In de Omgeving van de „Spaansche Brabander”, in Album Prof. J. Baur (1948), II, 198 e.v.