Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nicolaas

betekenis & definitie

Nicolaas is een Grieksche naam, die Volksoverwinnaar beteekent. Van hen, die hem gedragen hebben, vermelden wij:

Nicolaas de Wonderdoener, een van de voornaamste heiligen der Grieksch-Katholieke Kerk. Hij werd geboren te Patara in Lycië, zag zich als aartsbisschop van Myra ten tijde van keizer Licinius in den kerker geworpen, eerst onder Constantijn op vrije voeten gesteld en schaarde op het Concilie te Nicaea (325) zich onder de tegenstanders der Arianen. Nadat hij in het Oosten reeds lang als een heilige was vereerd, bragten kooplieden uit Bari in 1087 zijn lijk naar laatstgenoemde stad, waar het op den 9den Mei aankwam, welke dag jaarlijks nog altijd als een feestdag wordt gevierd, evenals de dag van zijn overlijden, de 6de December, die in ons Vaderland aanleiding heeft gegeven tot de viering van het bekende kinderfeest.

Zes Pausen, namelijk: Nicolaas I de Heilige, geboren te Rome in den aan vang der 9de eeuw. Hij werd door Leo IV tot kardinaal benoemd en den 24sten April 858 tot paus gekozen. Hij zocht geldigheid te geven aan de pseudo-Isidorische Decretalen en beweerde, dat aanklagten tegen bisschoppen als causae majores voor de Pauselijke regtbank moesten gebragt worden. De excommunicatie, door hem in 863 uitgesproken tegen Photius, patriach van Constantinopel, gaf voornamelijk aanleiding tot de scheuring der Kerk. Hij noodzaakte koning Lotharius II de door hem verstootene Teutberga weder als gemalin te ontvangen en vernietigde daarbij de zelfstandigheid der Frankische Kerk, die het huwelijk van Lotharius met Waldrada had goedgekeurd. Hij overleed den 13den November 867 en werd later gecanoniseerd. Behalve eenige andere geschriften heeft men van hem omstreeks 100 brieven, uitgegeven in het 15de deel der verzameling van Mansi. — Nicolaas II, geboren te Chevron in Savoye. Hij heette eigenlijk Gerhard en was bisschop van Florence, toen hij in December 1058 door bemiddeling van den legaat Hildebrand en onder de bescherming van Gottfried, hertog van Lotharingen, te Siéna tot Paus gekozen werd.

Hij zorgde, dat zijn tegenpaus Benedictus X werd afgezet, en droeg in 1059 de pauskeuze op aan het collegie van cardinalen. Robert Guiscard, hertog der Noormannen, werd zijn leenman in Beneden-Italië. Onder zijn bewind werd de avondmaalsstrijd van Berengarius gevoerd. Hij overleed den 22sten Julij 1061. — Nicolaas III, een telg van den Romein schen stam der Orsini. Hij beklom als cardinaal-diaken den 25sten November 1277 den Heiligen Stoel, maar be zoedelde dien tevens door verregaand nepotismus. Rudolf van Habsburg bevestigde hem in het bezit der schenkingen van alle vroegere Keizers, in ’t bijzonder in die van het exarchaat van Ravenna, en stelde hem eene oirkonde van den grondeigendom van den Heiligen Stoel ter hand. Twistende met Karel van Anjou, ontnam hij dezen de betrekking van stadhouder van Rome, welke hij zelf aanvaardde. Ook was hij in ’t geheim een bondgenoot der Sicilianen tegen Karel.

Hij overleed te Soriano bij Viterbo den 22sten Augustus 1280. — Nicólaas IV, te voren Hiërónymus van Ascoli. Hy was bisschop van Palestrina, generaal der Franciscaner Orde en cardinaal, toen hij den 15den Februarij 1288 tot Paus gekozen werd. Hij behoorde tot de partij der Ghibellijnen, kroonde koning Karel de Lamme tot koning van Sicilië, zond Franciscaner monniken als zendelingen naar China, Dalmatië, Slawonië en Tartarije en deed vruchtelooze moeite, om een nieuwen Kruistogt tot stand te brengen. Hij was een geleerd man en overleed den 4den April 1292. — Nicólaas (F), te voren Piétro Rainaluci of Pierre de Corbière. Keizer Lodewijk de Beijer ondersteunde hem als tegenpaus tegen Johannes XXII, doch hij onderwierp zich aan dezen en overleed in de gevangenis. — Nicólaas VI, te voren Thomas Parentucelli.

Deze, in 1398 te Pisa geboren, studeerde te Bologna, toefde daarna geruimen tijd te Florence, volbragt als legaat verschillende reizen naar Frankrijk en Duitschland, zag zich door Cosimo dei Medici benoemd tot directeur der openbare boekerij te Florence, werd in 1446 bisschop en cardinaal, en in 1447 Paus. Hij was een ijverig voorstander der wetenschap en vermeerderde de bibliotheek van het Vaticaan met omstreeks 3000 handschriften. Voorts maakte hij een einde aan het Concilie van Basel en sloot in 1448 door tusschenkomst van Aeneas Sylvius met Frederik III het Aschaffenburgsche concordaat. Ook nam hij deel aan den oorlog tegen de Turken en zocht te vergeefs de Vorsten tot een Kruistogt te bewegen. In 1450 vierde hij het jubeljaar, kroonde in 1452 den Duitschen keizer Frederik III, en overleed den 24sten Maart 1455.

Eén Keizer van Rusland, namelijk Nicólaas Paulowitsj, derden zoon van keizer Paul I en van diens tweede gemalin Maria Feodorowna (Sophia Dorothea van Würtemberg). Hij werd geboren den 7den Julij (25 Junij) 1736 op het kasteel Gatsjina bij Petersburg, ontving met zijn jongeren broeder Michaël, geboren in 1798, van zijne moeder eene zorgvuldige opvoeding, doch bleef gedurende de regéring van zijn ouderen broeder Alexander vreemd aan alle staatsaangelegenheden. In 1814 volbragt hij eene reis door Europa, vertoefde geruimen tijd in Engeland en bezocht in 1815 Parijs, waar zijne rijzige en krachtige gestalte groot opzien baarde. Nadat hij den 13den Julij 1817 in het huwelijk was getreden met Charlotte (Alexandra), de oudste dochter van koning Friedrich Wilhelm III van Pruissen, leefde hij in huiselijke afzondering in zijn paleis te Petersburg, terwijl hij de betrekking bekleedde van hoofdinspecteur der genie. Na den dood van Alexander I (1 December 1825) viel hem, door den plotselijken afstand van zijn ouderen broeder, grootvorst Constantijn, de kroon van Rusland ten deel. Aanvankelijk wees hij deze van de hand en gedurende 3 weken werden alle Keizerlijke besluiten uitgevaardigd in naam van Constantijn I, doch toen laatstgenoemde de acte van afstand bekrachtigd had, aanvaardde Nicolaas den 24sten December de regéring en werd den 3den September 1826 te Moskou gekroond. Eene militaire zamenzwering, die, jaren lang voorbereid, op den 26sten December 1825 uitbarstte, dempte hij met persoonlijke onverschrokkenheid. Deze gebeurtenis, alsmede de ervaring, dat het zachte beheer van Alexander I aanleiding had gegeven tot vele misbruiken en verkeerdheden, had een aanmerkelijken invloed op zijn staatsbeleid.

Langzamerhand werd hij een autocraat, die steun zocht in een stoet van ambtenaren en bovenal in een magtig leger. Hij kende aan de militairen ongehoorde regten toe op de burgers. Eene radicale hervorming, waarmede hij Speranski belastte, bestond in eene stelselmatige wijziging van het Russisch wetboek, terwijl hij de opheffing van het lijfeigenschap in 1826 bepaald afkeurde. De buitenlandsche politiek des Keizers bepaalde zich aanvankelijk bij de verovering van Azië en Turkije. De Perzische Oorlog bezorgde aan Rusland bij den Vrede van Toerkmantsjai (28 Februarij 1828) eene belangrijke uitbreiding van grondgebied. In 1828 trok hij te velde tegen Turkije en verkreeg door den Vrede van Adrianopel (1829) de oostelijke kust der Zwarte Zee, het vrije verkeer op de Donau, in de Zwarte en in de Middellandsche Zee en de stichting van het koningrijk Griekenland. De Poolsche opstand, die in 1831 eerst na eene bloedige worsteling van 9 maanden onderdrukt werd, wekte de wraakzucht van den Czaar, die zich als den beschermer der legitimiteit en der goddelijke vorstenregten tegenover de revolutie beschouwde. Rusland zag zich meer en meer afgezonderd van de beschaafde wereld in het Westen, en over het binnenland werd een net uitgespreid van spionnen en policiebeambten.

Niet alleen zocht men de verschillende natiën, aan zijn sehepter onderworpen, in Russen te herscheppen (te Russificeren), maar ook de Protestanten en R. Katholieken tot de regtzinnige Grieksche Kerk te bekeeren; zelfs de Grieksch-geüniëerden moesten zich in 1840 met de orthodoxe Kerk vereenigen. De toenemende invloed van Rusland in het Oosten openbaarde zich vooral, toen sultan Mahmoed II volgens het Verdrag van Hoenkiar-Iskelessi (1833) bijstand vroeg van Nicólaas tegen den oproerigen Pasja van Egypte. Gedurende de staatkundige stormen van 1848 en 1849 nam Nicolaas eene afwachtende houding aan, totdat hij eene gunstige gelegenheid vond, om zijn invloed te bevestigen. Hij verbond namelijk door zijne tusschenkomst in Hongarije de Oostenrijksche politiek aan zijne belangen, en de ongelukkige Duitsche politiek versterkte zijn gezag in Denemarken, terwijl hij in de Oostenrijksch-Pruissische verwikkeling van 1850 als scheidsman optrad. Zijn invloed op Friedrich Wilhelm IV was zeer groot en de reactionair-piëtistische partij in Pruissen vereerde hem als haren vader.

De herstelling van den Napoleontischen Keizerstroon vereischte eene vastere aansluiting der noordelijke Mogendheden aan den Czaar en dit gaf zelfs eenig uitzigt op het bondgenootschap van Engeland. Toen echter Nicolaas in 1853 tegen Turkije te velde trok, traden Frankrijk en Engeland als zijne tegenstanders op, terwijl Oostenrijk, schoon de onzijdigheid bewarende, eene meer vijandige dan vriendschappelijke houding aannam. Nicolaas stond nu alleen tegenover zijne vijanden; de legerinrigting in Rusland was onvoldoende, de inval in Turkije mislukte, de Krim werd door de Verbondene Mogendheden aangevallen en de Russische armee aan de Alma en bij Inkjerman geslagen. Die uitkomst schokte den Czaar en hij overleed nog vóór het einde van den oorlog, op den 2den Maart (18 Februarij) 1855.

Eén vorst van Montenegro, namelijk Nicolaas I (Mirkov Petrowitsj Njegoesj), doorgaans Nikita genaamd. Hij werd geboren den 13den September 1841 en was een broederszoon van prins Danilo, dien hij den 14den Augustus 1860 opvolgde. Reeds in 1862 opende hij de vijandelijkheden tegen de Turken, moest, wel is waar, nadat deze Cettinje hadden ingenomen, met hen een vernederenden vrede sluiten, maar wist zich, bijgestaan door de Groote Mogendheden, allengs van de meest bezwarende voorwaarden te ontslaan, zoodat hij eene nagenoeg volkomene onafhankelijkheid verkreeg. Bovenal verbond hij zich op het naauwst met den Keizer van Rusland en beijverde zich, stiptelijk aan diens bevelen te gehoorzamen. In 1869 bezocht hij Petersburg, werd er met groote onderscheiding bejegend en ontving een eeredegen ten geschenke. Ook met Servië en Roemenië knoopte hij vriendschappelijke betrekkingen aan en aanvaardde in 1876 tegelijk met eerstgenoemd land, door de Russen met geld, munitie en levensmiddelen ondersteund, een nieuwen oorlog tegen Turkije, die nog steeds wordt voortgezet en hem het uitzigt geeft op eene belangrijke gebiedsvergrooting. Hij is bij zijne onderdanen zeer bemind, en behalve een tractement van 6000 ducaten uit de schatkist ontvangt hij jaarlijks 8000 ducaten van Rusland.

Voorts vermelden wij: Nicolaas van Damascus, een peripatetisch wijsgeer van Israëlietische afkomst. Hij genoot de gunst van Herodes de Groote en van keizer Augustus en schreef eenige wijsgeerige en historische werken , van welke slechts fragmenten zijn bewaard gebleven. — Nicolaas van Lyre (in Normandië). Hij trad in 1291 in de orde der Franciscanen, studeerde te Parijs, verwierf den eernaam van „doctor planus et utilis”, schreef: „Postillae perpetuae in universa biblia (1471, 5 dln)” en overleed den 23sten October 1340. —Nicolaas van Olemanges, een verdienstelijk Fransch godgeleerde, geboren te Clemanges in Champagne omstreeks 1360. Hij werd in 1393 rector der universiteit te Parijs, daarna geheimschrijver van paus Benedictus XIII, leefde vervolgens in afzondering en stierf tusschen 1430 en 1440. Beroemd is zijn geschrift: „De ruina ecclesiae (De corrupte ecclesiae statu)”, waarin hij de verdorvenheid der geestelijken zonder eenige verschooning aan de kaak stelt. Zijne „Opera” zijn in 1631 in 2 deelen te Leiden door Lydius uitgegeven.