Licinius is de naam van een geslacht van Plebejers te Bome, hetwelk men reeds vermeld vindt in de eerste tijden der Bepubliek. Een Cajus Licinius behoorde tot de eerste volkstribunen (493 vóór Chr.); Pullius Licinius Calvus was de eerste Plebejer, die in 400 tribunus consularis, en Cajus Licinius Calms de eerste Plebejer, die in 368 magister equitum werd. Yooral onderscheidde zich in die dagen Cajus Licinius Calvus, bijgenaamd Stolo, daar hjj als zorgvuldig landbouwer alle wilde spruiten (stolones) uitroeide. Hij was met Cajus Sextius volkstribuun en zij bleven toen jaren aaneen (376—367) in die betrekking, terwijl hjj de belangrijke, naar hem genoemde wetten tot stand bragt, van welke de eerste bepaalde, dat als hoogste overheden 2 consuls zouden gekozen worden en wel één van deze uit de plebejers, — de tweede, dat het bezit van staatsland niet meer dan 500 jukken (jugera) mogt bedragen, terwjjl ook het aantal stuks vee, dat ieder naar de algemeene weide kon zenden, werd vastgesteld, — de derde den schuldenlast regelde, — en de vierde de keuze van decemviri sacrorum verordende.
Zelf was hjj tot tweemaal toe consul, en in 357 werd hij wegens overtreding van zjjne eigene akkerwet aangeklaagd en veroordeeld. — Uit het geslacht Licinius zijn later de familiën Crassus en Lucullus vermaard geworden. Tot andere familiën van dat geslacht behoorden: Cajus Licinius Macer, die in 73 vóór Chr. volkstribuun was en zich een heftig vijand der Optimaten betoonde. Na het beheeren van een wingewest in 66 werd hij wegens afpersingen aangeklaagd en stierf uit smart over zijne veroordeeling, welke door Cicero als praetor werd uitgesproken. — Zijn zoon Cajus Licinius Macer Calms, geboren in 82 en beschuldiger van den door Cicero verdedigden Pullius Vatinius, onderscheidde zich als dichter en redenaar en overleed reeds vroeg. — Lucius Licinius Murena, in 65 praetor, werd in 63 aangeklaagd, omdat hij ter verkrijging van het eonsulsambt zich van onwettige middelen bediend had om stemmen te winnen; hij werd echter na de vordediging van Cicero vrijgesproken en bekleedde het eonsulsambt in 62 met Decimus Junius Bilanus. — Ook een der Bomeinsche Keizers droeg den naam van lAeinius. Hjj werd van geringe ouders in Dacië geboren, klom als krijgsman spoedig op, en zag zich in 307 na Chr. door Oalerius tot Augustus verheven, maar werd in 323 door Cmstantijn de Qroote overwonnen en in 324 gedood.