Onder dezen naam vermelden wij:
Jakob Binckes, Binkes of Benckes, een der dapperste Nederlandsche zee-officieren uit den tijd van de Ruyter. Hij was de zoon van Bincke Binckes, burgemeester van Stavoren , werd geboren te Koudum en trad reeds vroeg in dienst der Admiraliteit van Amsterdam.
In den slag van 4 Augustus 1666 was hij gezagvoerder van de “Vereenigde Provinciën” met 48 stukken, behoorende tot het eskader van Tromp. In 1667 nam hij op het schip “Essen” met 50 stukken deel aan de zegepraal op de Theems. In 1670 werd hij begiftigd met een gouden keten en gedenkpenning wegens het vernielen van kaperschepen, — voorts beschermde hij de koopvaart in de Middellandsche zee en streed op het schip “Woerden” met 70 stukken in den slag bij Solebay (7 Junij, 1672). In 1673 werd hij met 4 schepen naar West-Indië gezonden, waar hij zich vereenigde met den vlootvoogd Cornelis Emertsen de Jonge. Zamen deden zij er de Franschen en Engelschen veel afbreuk en heroverden Nieuw-Nederland in Noord-Amerika.
Eerst in Julij 1674 keerden zij in het Vaderland terug, waar—zonderling genoeg — het gedrag van Evertsen in Zeeland afgekeurd en dat van Binckes te Amsterdam geprezen en beloond werd. Na een togt naar Denemarken begaf hij zich in 1676 met elf schepen weder naar West-Indië en veroverde er Cayenne, Marie Galante en St. Martin. Hij maakte te St. Domingo zich meester van een Fransch oorlogschip en 5 koopvaarders en zeilde naar Tabago, waar hij zich verschanste.
Inmiddels vernam hij, dat Cayenne door den Franschen vice-admiraal d'Estrées hernomen was en dat deze koers zette naar Tabago. In de baai en aan land aldaar had een vreeselijk gevecht plaats; van beide zijden werden onderscheidene schepen vernield. Eenige van den vijand sprongen in de lucht, alsmede het Nederlandsche schip de “Beschermer” van 56 stukken, onder kapitein Roemer Vlacq. De geheele baai was eene zee van vuur, en ten laatste waren slechts enkele vaartuigen aan beide zijden in staat om dienst te doen. D'Estrées had 1000 man aan wal gezet en de sterkte met geweld aangegrepen, maar te vergeefs. Nogmaals deed hij haar op- eischen en zag zich eindelijk genoodzaakt, de baai te verlaten.
De vijand gunde zich echter geene rust. Een eskader van 12 schepen werd onder het bevel van d'Estrées gesteld, en deze verscheen in December 1677 met eene geduchte overmagt vóór Tabago. Wel ontving Binckes versterking uit het Vaderland en werd kapitein Thomas Tobias met 3 schepen en 400 man te hulp gezonden, maar deze kwam.te laat. D’Estrées wierp bommen in het fort, — één daarvan drong door tot den kruidkelder, waarna de geheele verschansing in de lucht vloog (12 December 1677). Binckes en de bevelhebber van het krijgsvolk jhr. Pieter de Montigny de Glarges kwamen daarbij om het leven. De schans werd veroverd; een deel der bezetting nam de vlugt, een ander deel gaf zich over, onze schepen vielen in handen van den vijand, en Tabago was voor ons verloren.
Jan Binckes of Binkes, desgelijks een bekend Nederlandsch zee-officier en in 1779 schout bij nacht ter Admiraliteit van Holland. In 1781 beschuldigd, dat hij zich niet genoeg beijverd had om een door de Engelschen genomen schip te hernemen, werd hij in 1782 voor drie jaren in zijne betrekking geschorst.
Simon Binckes of Binkes, een uitstekend Friesch regtsgeleerde. Hij werd geboren te Staveren, waar zijn vader secretaris was, in 1731. In 1749 werd hij student te Franeker en woonde er de lessen bij van Valckenaar, Schrader, Balck en Trotz en legde zich met ijver toe op de regtsgeleerdheid. Hij promoveerde in 1753 en verkreeg het secretariaat in zijne geboortestad. Vervolgens werd hij lid van het stedelijk bestuur, lid der Staten, raadsheer in het Provinciaal Hof, secretaris van ’s Lands Rekenkamer en afgevaardigde tot regeling van de quota voor de verschillende provinciën. Hij overleed den 26 sten September 1786.
Deze Binckes voegde bij groote gaven des geestes eene buitengewone geleerdheid. Hij werd als advocaat in de belangrijkste zaken geraadpleegd. Daarenboven heeft hij zich veel moeite gegeven tot het verzamelen van oude Friesche oirkonden , zooals Schwartzenberg in de voorrede van zijn “Charterboek” vermeldt. Ook heeft hij een paar belangrijke werken geschreven van regtsgeleerden inhoud.