Wat is de betekenis van Quota?

2025-02-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Quota

1 [v. Lat., quota pars = hoeveelste deel, van quotus = hoeveelste, van quot = hoeveel], ook: quote evenredig aandeel in lasten of kosten of in de winst; evenredig aandeel dat elk lidland van een landengemeenschap (bijv. de EG) in het gemeenschappelijk fonds moet storten; de voor elk land van een dergelijke...

2025-02-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Quota

(quote) evenredig aandeel; aandeel

2025-02-17
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

quota

I. (evenredig) deel, aandeel; contingent; kiesdeler; II. contingenteren.

2025-02-17
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

quota

aandeel; bijdrage; bedrag; hoogte.

2025-02-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-02-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Quota

(<Lat. quota pars, hoeveelste deel), v. (-’s), evenredig aandeel dat ieder heeft bij te dragen of te ontvangen.

2025-02-17
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

QUOTA

Deel. Quota disponibilis, Beschikbaar deel. Quota legitima, Wettelijk deel. Quota reservata, Voorbehouden deel, onbeschikbaar deel (RECHT).

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

quota

v. quotas (Lat. quota [pars) = hoeveelste deel: evenredig aandeel); ook quote, quoten. (qu = kw.)