Jakob (Ludwig Heinrich von), een Duitsch staathuishoudkundige, geboren te Wettin den 26sten Februarij 1759, ontving zijne opleiding aan de gymnasia te Merseburg en te Halle, waar hij vervolgens in de theologie studeerde, in 1780 leeraar aan het gymnasium werd, in 1785 zich vestigde als privaatdocent, en in 1791 zich tot hoogleeraar in de wijsbegeerte zag benoemd. Sedert 1800 hield hij zich vooral bezig met de wijsbegeerte van het regt en van de wetgeving , met het positief regt en de staatswetenschappen, en hield drukbezochte voorlezingen over staatkunde en staathuishoudkunde. Na de opheffing der universiteit te Halle in 1806 begaf hij zich in 1807 als hoogleeraar in de staatswetenschappen naar Charkow, waar hij zich weldra bekend maakte met de Russische taal, zoodat de regéring hem opdroeg leerboeken voor den wijsgeerigen cursus aan de gymnasia te bewerken. In 1812 waren er reeds zes in de Russische taal door hem in het licht gegeven.
In 1809 werd hij naar Petersburg ontboden, om deel te nemen aan beraadslagingen over onderwerpen van wetgeving. In 1810 zag hij zich geplaatst bij de Keizerlijke Commissie van Wetgeving als chef der afdeeling voor het ontwerpen van een strafwetboek en vervolgens als lid van de vijfde afdeeling van het ministerie van Financiën. In 1816 verzocht en verkreeg hij in Rusland zijn ontslag met pensioen en den titel van staatsraad en vertrok als hoogleeraar in de staatswetenschappen naar Halle, waarna hij den 22sten Junij 1827 te Lauchstädt overleed. Van zijne geschriften vermelden wij: „Prolegomenen zur praktischen Philosophie (1787)”, — „Grundrisz der allgemeinen Logik (1788; 4de druk 1800)”, — „Lehrbuch der Nationalökonomie (1805; 3de druk 1825)”, — „Grundsätze der Polizeigesetzgebung und Polizeianstalten (1809)”, — „Einleitung in das Studium der Staatswissenschaften (1819)”, — „Entwurf eines Criminalgesetzbuchs für das russische Reich (1818)” — en „Staatsfinanzwissenschaft (1821, 2 dln; 2de druk 1836)”. De door hem uitgegevene „Essais philosophiques sur I’homme, ses principaux rapports et sa destinée (1818)” zijn, naar men meent, door een Rus, Poletika genaamd, opgesteld. De dochter van von Jakob, onder den naam Talvj als schrijfster bekend, is gehuwd geweest met den Amerikaan E. Robinson (f 1863), een ijverig beoefenaar der Oostersche talen.