Bedevaart noemt men, zooals het woord reeds aanduidt, eene reis naar eene plaats met oogmerk om aldaar te bidden. De godsdienstige genootschappen kennen bepaalde oorden, die met de stichting hunner godsdienst in naauw verband staan, of waar personen geleefd hebben of begraven zijn, die tot ontwikkeling hunner godsdienst veel hebben bijgedragen.
Van ouds zijn er geweest, die uit belangstelling in hun geloof door een bezoek dier plaatsen de herinnering aan zulke merkwaardige gebeurtenissen wenschten te verlevendigen, om zich tegelijker tijd van heilige gevoelens te doordringen. Langzamerhand waanden velen, dat zulke plaatsen een wonderdadig vermogen bezaten of dat zij door derwaarts te trekken een hoogst verdienstelijk werk volbragten.
Het reizen der Grieken naar gewijde tempels, waar zij het orakel raadpleegden, kan men reeds eenigzins als het doen van bedevaarten beschouwen, alsmede de togten der Israëlieten naar den tempel te Jerusalem. Vooral zijn van ouds de bedevaarten naar het graf van Mohammed bij de Muzelmannen in zwang. De Christenen togen in de middeleeuwen ter bedevaart naar het Heilige Graf te Jerusalem. Beroemde bedevaartplaatsen in Europa zpn San Jago di Compostella in Spanje, waar zich, volgens de overlevering, het gebeente van Jacobus bevindt, — Rome en Loretto in Italië, — Kevelaer nabij Dusseldorf enz. Zelfs onder de R. Katholieken zijn velen, die zich tegen het houden van bedevaarten hebben verzet, omdat in het algemeen vroomheid en goede zeden daardoor niet worden bevorderd.
Zulke bedevaarten geschieden óf vrijwillig, óf ten gevolge eener gelofte, en ook wel wegens eene opgelegde boete.