Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Verband

betekenis & definitie

Verband (faseia) noemt men een mechanisch heelkundig middel, dienende om de genezing door de natuur te ondersteunen. Het wordt gelegd als bedekking, ook wel ter bevestiging van werktuigen of andere stoffen (pleisters, zalven), of om door drukking eene vereeniging van gescheiden deelen te bevorderen, of eindelijk om schadelijke invloeden van buiten af te weren. Naar die verschillende oogmerken worden de verbanden verdeeld, — voorts naar de wijzen, waarop zij worden aangelegd, in windsel-, doek- en onbewegelijke verbanden. Windsel- of zwachtelverbanden verdeelt men in eenvoudige en zamengestelde.

Sommige dragen de namen van personen, zooals: „de muts van Hippocrates”, „het kreeftenverband van Galenus” enz.; ook zijn er, die hun naam ontleenen aan het voorwerp, waarop zg gelijken, zooals: het „slinger-”, „ster-”, „hoek-” en „beursverband”, of aan hunne werking, zooals: „het houdend”, „uitdrijvend” en „vereenigend verband”, en eindelijk aan de ligchaamsdeelen, waarvoor zij bestemd zijn, zooals: „het hoofd-”, „oog-”, „borst-”, „liesverband” enz. Naar den vorm en de rigting der ontrollingen of gangen der windsels spreekt men van een „kringsgewijs”, „schuinsch”, „spiraalsgewgs”, „kruis-”, knoop-”, „terugkopend” en „vereenigend verband”. De zamengestelde verbanden zijn: „het T-verband”, „het boek- of achttienhoofdig”, „het veelhoofdig”, „het slinger-”, „het scheedevormig”, „het beurs-”, „het rijg-” en „het gespverband”. Het gebruik van doeken om te verbinden is door Mayor aan vaste regels onderworpen. De grondslag is de „vierkante doek (mouchoir)”, en hiervan worden gemaakt: „de langwerpig-vierkante doek (Ie carré long)”, „de driehoekige doek (le triangle ou fichu)”, „de halsdas (la cravate)”, „de strop (la corde)” en „de driehoekige muts (le triangle bonnet)”. Een onbewegelijk verband is een zoodanig, waarbij de verbandstukken door middel van eene vaste of vast wordende stof vereenigd worden, zoodat zg niet kunnen verschuiven. Reeds de oude Egyptenaren, Perzen en Grieken maakten daarvan gebruik bij beenbreuken. De Arabieren bevestigden daartoe smalle staafjes hout op een stuk bereide huid, — de Brazilianen gebruiken eene veerkrachtige bies, en sommige volken harde pleisters, stukken lijnwaad met klevende en hard wordende stoffen enz., en in den jongsten tijd bepaalt men zich bij beenbreuken vooral bij het gips-, stijfsel- en waterglasverband.