Een ijverig voorstander der constitutionéle beginselen in Pruissen, werd geboren te Krefeld in December 1801. Op veertienjarigen leeftijd zag hij zich als leerling geplaatst in het bankiershuis Molenaar, werd daarvan vervolgens deelgenoot, en verliet het in 1838, om zelf zich als bankier te vestigen.
Door schranderheid en overleg verwierf hij zich weldra een aanzienlijk vermogen. Toen Friedrich Wilhelm IV den troon beklommen had, vestigde Becke- rath het oog op den staatkundigen toestand des lands. Reeds in 1836 was hij tot lid van den gemeenteraad gekozen; later werd hij lid van den Landdag en in die betrekking bij herhaling rapporteur over gewigtige wetsontwerpen. In 1848 en 1849 was hij voor Krefeld afgevaardigde naar de Duitsche Nationale vergadering en behoorde er tot het regter centrum. Den 9den Julij 1848 werd hij minister van financiën in het Rijks-ministérie.
Na de aftreding van het Pruissische ministérie Auerswald-Hausemann (September, 1848) werd hij naar Berlijn geroepen, om een nieuw kabinet te vormen. Dit mislukte, omdat Beckerath zijne dienst afhankelijk had gesteld van de aanneming van een constitutioneel programma. Hij werd vervolgens lid van het Rijks-ministérie, doch daar zijne gematigde gevoelens geen gehoor vonden in de Nationale Vergadering, nam hij in Mei 1849 zijn ontslag. In datzelfde jaar werd hij lid van de Pruissische Tweede Kamer en bleef zich steeds evenzeer een vijand betoonen van de revolutie als van de reactie. In 1852 legde hij zijn mandaat neder, en overleed te Krefeld op den 12den Mei 1870.
