Bast (De) is de binnenste laag der schors van een plantenstengel en bestaat uit langwerpige , spilvormige, meestal onvertakte cellen , bastvezels genaamd. Deze vereenigen zich dikwijls bij het ouder worden van hoornen tot zamenhangende, cylindervormige platen. Zij liggen tusschen de primaire schorslaag, uit parenchymcellen bestaande, en het hout.
Doorgaans ontstaat er telken jare eene nieuwe bastlaag, welke ten laatste de primaire schors verdringt; doch het gebeurt ook wel, dat de bast niet toeneemt in dikte. Aan de binnenzijde van den bast, dus rondom het jongste hout, vindt men een kring van cellen, vooral in ’t voorjaar ruim met vocht gevuld en teelt- weefsel of cambium-ring geheeten. Wilgen- en lindenbast is zeer taai en biedt lang weêrstand aan bederf, zoodat men dien in strooken scheurt en tot banden en vlechtwerk — vooral tot het vervaardigen van matten, zakken en balen — gebruikt. Wanneer men den bast met bijlen en messen van het hout heeft gescheurd, legt men dien gedurende 4 of 6 weken in water, waarna men hem gemakkelijk kan losmaken van de schors. Hij wordt daarbij zoo lenig en taai, dat zijne reepen zeer geschikt zijn, om tot grondstof voor tonnetjes, matten, mandjes enz. te dienen. Vooral komen er talrijke voorwerpen van lindenbast uit Rusland, — bepaaldelijk vaten, van breede en lange bastplaten vervaardigd en van een houten bodem en deksel voorzien.
Voorts vervaardigt men er van wilgenbast de Russische bastschoenen. Ook in Frankrijk en Italië wordt boombast tot het vervaardigen van verschillende voorwerpen gebezigd. In Oost-Indië gebruikt men dien op de wijze van vlas. Hij wordt er gesponnen en tot fijne stoffen geweven, die een zijde-achtigen glans hebben. De basthoeden worden echter door de Oostenrijkers, Franschen en Italianen niet van bast, maar van hout — populieren-, linden of wilgenhout — gemaakt, soms ook van zekere grassoorten en andere gewassen.
Gelijk wij zeiden, wordt bij de meeste hoornen de bast jaarlijks van eene nieuwe laag voorzien. Bij sommige blijven die lagen of platen genoeg van elkander gescheiden, om ze afzonderlijk te kunnen wegnemen. Dit is vooral bij den papier-moerbezieboom het geval, zoodat de Chinézen die dunne, taaije, plaatvormige lagen van ouds tot teeken- en schrijfpapier gebruiken .Van sommige eenjarige planten, zooals vlas, hennep enz., wordt de bast tot draden gesponnen.
Van sommige gewassen is de bast geneeskrachtig , van andere specerijachtig. Van de eersten noemen wij den kinabast, een onwaardeerbaar middel tegen koorts, en van de laatsten het kaneel, dat vooral op Ceylon groote hoeveelheid verzameld wordt.