Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bases

betekenis & definitie

Bases, een meervoud-aanduidende vorm van het Grieksche woord basis (grondslag), waardoor men in de scheikunde zulke verbin­dingen aanwijst, welke met andere verbindin­gen, zuren genaamd, zich zoodanig omzetten, dat er stoffen worden gevormd, die men met den naam van zouten bestempelt.

Men kan zich ver­reweg het grootste aantal der bases voorstellen als water (of zwavel- waterstof), waarin de helft of het geheel der waterstof door een metaal is vervangen. Komen zij in aanraking met een zuur, dan ontstaan er een zout en water; b.v. kali en salpeterzuur geven salpeterzuur kalium en water, in scheikundig teekenschrift KHO + NO2H = NO2K + H2O. Eene andere groep van bases, waarvan amonia NH2 de type is, vereenigt zich regtstreeks met zuren, om zou­ten te vormen. De voornaamste typen van bases zijn kali en natron, en alle zelfstandigheden, die daarop gelijken, noemt men bases. Juist zij vormen met de ligchamen, die op zwavelzuur gelijken, de gemelde zouten, en deze zijn ver­schillend naar gelang de waterstof het zuur ge­heel of gedeeltelijk door een metaal is vervan­gen, of dat een deel der waterstof van de basis niet door het radicaal van het zuur is verplaatst, zoodat men hen onderscheidt in basische, zure en neutrale zouten.

Er zijn ook stoffen, die bij het ééne ligchaam de rol van eene basis en bij het andere die van een zuur vervullen. De zoo­genaamde basisiceit dier stoffen en der stoffen in het algemeen is eene betrekkelijke, hoewel wij geene zelfstandigheid kennen, waarbij kali de plaats van een zuur bekleedt. Men heeft derhalve zwakke en sterke bases, en van deze is kali de sterkste. Naarmate eene basis sterker is, vormt zij meer karakteris­tieke verbindingen, ook door omzetting met zwakke zuren. Het spreekt dus van zelf, dat wij geen bepaald herkenningsmiddel hebben voor de verschillende bases. Vele hebben een loogachtigen, bijtenden smaak en geven aan rood lakmoespapier eene blaauwe kleur, maar niet alle reageren alkalisch. Deze laatste eigenschap vindt men voornamelijk bij de alkaliën (zie on­der dit woord, en raadpleeg verder Scheikunde).

< >