Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zuren

betekenis & definitie

Zuren zijn scheikundige verbindingen van een enkelvoudig of zamengesteld electro-negatief radicaal met waterstof. Met bases vormen zij zouten, maar zij bezitten niet altijd de eigenschap van de meest bekende zuren, namelijk dat zij een zuren smaak hebben en zuur reagéren (blaauw lakmoespapier rood kleuren). Het kiezelzuur bijv. is in vasten toestand smakeloos en reageert niet op plantenkleuren. Men onderscheidt minerale zuren en organische zuren.

Deze laatsten bevatten steeds koolstof, en de eersten zijn verbindingen van andere elementen. Intusschen kan men koolzuur ook tot de minerale zuren rekenen. Zuren kunnen in de drie aggregratietoestanden der ligchamen optreden. Sommige zijn zeer bestendig, andere worden gemakkelijk ontleed en nog andere zijn alleen bekend in een opgelosten toestand. Zelfs kan men het bestaan van sommige zuren alleen afleiden uit hunne zouten, daar men bij de proeven, om het zuur daaruit af te scheiden, een zuuranhydride (zooals bij de koolzure zouten) verkrijgt. De haloïden (chloor, bromium, iodium en fluorium) vormen met waterstof terstond zuren (waterstofzuren), zooals HCI (chloorwaterstof), HBr (bromiumwaterstof) enz., en bij deze heeft men een klein aantal zuren, gevormd uit waterstof en een éénwaardig zamengesteld radicaal, zooals cyan CN (HCN cyanwaterstof). Het meerendeel der zuren bevat een zuurstofhoudend radicaal (oxyzuren) en eenige bezitten op dergelijke wijze een zwavelhoudend radicaal (sulphozuren). Om den aard der zuren te doen kennen, wijst men op den enkel- of meervoudigen typus water (HHO), waarin de helft van de waterstof door een enkelvoudig of zamengesteld zuur radicaal van dezelfde waarde is vervangen, en men onderscheidt:

Monohydrische zuren, typus HNO, waarin H vervangen is door een éénwaardig radicaal, bijv. salpeterzuur (NO2:,OH).

Dihydrische zuren, typus H2H202, waarin H2 vervangen is door een tweewaardig radicaal, bijv. zwavelzuur (S02H202) en koolzuur (C0,02H2).

Trihydrische zuren, typus H3H303, waarin H3 vervangen is door een driewaardig radicaal, bijv. phosphorzuur (P0,03H3).

Tetrahydrische zuren, typus H4H404, waarin H4 vervangen is door een vierwaardig radicaal, bijv. kiezelzuur (Si04H4).

Op dergelijke wijze worden ook de sulphozuren afgeleid van den enkel- of meervoudigen typus zwavelwaterstof (HHS). Daar men het bestaan van onderscheidene nog niet verkregene zuren uit de zamenstelling hunner zouten kan opmaken, zoo wordt ook door het onderzoek der zouten de plaats der zuren aangewezen in eene der genoemde klassen, hetwelk blijkt uit de waterstof, die alleen door metaal kan worden vervangen. Zoo is mierenzuur zamengesteld volgens de formule CH2O2, maar dit zuur is niet di-, maar monohydrisch, want zijne zouten komen overeen met de formule CHM02, en hieruit kan men besluiten, dat het zuur wordt aangewezen door de formule CHO,OH, evenals het desgelijks monohydrisch azijnzuur C2H402 door de formule C2HsO,OH. De nomenclatuur der zuren is niet volkomen juist. Wanneer hetzelfde element verschillende zuren vormt, wordt in het algemeen het zuurstofarmere zoodanig benoemd, dat men den naam van het element door achtervoeging van den uitgang ig in een bijvoegelijk naamwoord verandert en dit met het zelfstandig naamwoord zuur verbindt; men heeft alzoo anthnoniumzuur en antimonig zuur, salpeterzuur en salpeterig zuur. Bestaan er nog meer zuren van datzelfde element, zoo verkrijgt dat, hetwelk minder zuurstof bevat dan het igzuur, het voorvoegsel onder (onderphosphorig zuur) en desgelijks dat, hetwelk zich tusschen het igzuur en het zuur bevindt, zooals onderzwavelzuur. De zuurstofrijkste zuren van een element wijst men aan door het voorvoegsel over (overchloorzuur). Komt uit één of meer moleculen van een oxyzuur al de waterstof met de vereisschte zuurstof in den vorm van water te voorschijn, dan ontstaat een zuuranhydride, bijv:

H2SO4 (zwavelzuur) H2O = SO3 (zwavelzuur anhydride)

H4SiO4 (kiezelzuur) H4O2 = SiO2 (kiezelzuur anhydride)

Tusschen de anhydriden en de zuren liggen de anhydrozuren, welke ontstaan , wanneer zich uit het zuur slechts een gedeelte van de waterstof in den vorm van water verwijdert, bijv:

H3PO4 (phosphorzuur) H2O = HPO3 (monohydrisch phosphorzuur, H3PO4 H2O = H4P2O7 (tetrahydrisch phosphorzuur).