Barthold (Friedrich Wilhelm), een verdienstelijk Duitsch geschiedschrijver, werd geboren te Berlijn op den 4den September 1799. Nadat hij het gymnasium te Friedrichswerder had bezocht, begaf hij zich in 1817 naar de universiteit te Berlijn, om er zich op de godgeleerdheid toe te leggen.
Hier leerde hij Wilken kennen en gevoelde zich sterk aangetrokken door de geschiedenis, welke hij te Breslau onder de leiding van von Raumer en Wachter beoefende. Als huisonderwijzer bij den staatsraad von Rhediger te Striesen bij Breslau schreef hij zijn eerste geschiedwerk“ Johann von Werth im nӓchsten Zusammenhange mit seiner Zeit (Berlin 1826)”.
In laatstgemeld jaar werd hij leeraar aan het FriedrichskoIIegium te Koningsbergen. Zijn “Römerzug König Heinrichs von Lützelburg (Koningsbergen 1830, 1831)” bezorgde hem de betrekking van buitengewoon hoogleeraar in de geschiedenis te Greifswalde.
Hij verwisselde die in 1834 met een gewoon professoraat aldaar, en overleed op den 12den Januarij 1858. Barthold heeft daarenboven in jaarboeken en elders vele belangrijke geschiedkundige opstellen geleverd — vooral over de provincie Pommeren.
Zij onderscheiden zich door een aangenamen stijl en eene levendige behandeling.