Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bamboek

betekenis & definitie

Bamboek is een uitgestrekt, maar schraal bevolkt land in Senegambië aan de oostzijde van den bovenloop der Falemé en ten zuiden van Kadsjaaga tusschen 20° 30' en 14° 15' N. B. en 7° 10' en 8" 30' O. L. van Greenwich.

Het gewest is bergachtig, maar mild besproeid door een aantal zijrivieren der Falemé, en onder deze is de Sanon-Colez (Goudrivier) de voornaamste. Er zijn aan de hellingen der bergen uitmuntende weiden, waar talrijke kudden rundvee haar voedsel vinden, en te­vens vruchtbare bouwgronden , waar rijst, maïs, moorengierst, watermeloenen, palmen, bananen, druiven enz. welig groeien. Ook zijn er vele bijen, uit wier honig een bedwelmende drank wordt bereid. De voornaamste rijkdommen des lands zijn echter ijzer, en vooral goud, dat in de beddingen der rivieren wordt gevonden.

De inboorlingen weten het zeer goed te bewerken. Deze zijn Mandingo’s, ten getale van omstreeks één millioen — vreedzame lieden, die, behalve goud, ook ivoor verzamelen, en deze kostbare waren met karavanen naar de marktplaatsen bren­gen, om ze aan de Europeanen te verkoopen. Tot hunne lievelingsgeregten behoort hondenvleesch; hunne godsdienst is de Mohammedaansche met overblijfselen van het voormalig Heidendom, en zij spreken een onzuiver dia­lect der Mandingo-taal. Het land is in een aantal kleine staatjes verdeeld, en de voor­naamste plaats draagt den naam van Farbana.

Bamboek werd reeds in de 15de eeuw door de Portugézen bezet, die hier hunne volk­plantingen stichtten, maar tegenover de in­boorlingen op zoo ergerlijke wijze de rol van verdrukkers speelden, dat zij eindelijk door deze werden overvallen en verjaagd. Het land is onderzocht in het begin der voor­gaande eeuw van wege een Fransch-Afrikaansch handelsgenootschap, dat er het goud uit de eerste hand wilde koopen. In het mid­den dier eeuw werden op onderscheidene plaatsen kleine kantoren opgerigt, die later verdwenen zijn, terwijl er in den laatsten tijd weder een geplaatst is te Farbana. Voorheen hebben Mungo Park en de majoor Houghton veel bijgedragen tot de kennis van Bamboek, en eene Fransche expeditie, die er in 1843 en 1844 reisde, heeft hare bevindingen mede­gedeeld in een “Voyage dans l’Afrique occi­dentale (Paris, 1846).” Toch is het nog grootendeels een onbekend gewest.

< >