Bambocciaden is de naam, dien men geeft aan schilderijen, welke groteske tafereelen uit het dagelijksch leven voorstellen, zooals kroegen met rookende, drinkende, dansende boeren, beschonken speellieden enz. Die kunstterm is afkomstig van een Nederlander, Pieter Laar genaamd, die dergelijke stukken op eene meesterlijke wijze schilderde en wegens zijne mismaakte gestalte in Italië den bijnaam bamboccio ontvangen had.
Reeds vóór hem had Breughel (de vader) dergelijke tooneelen geschilderd, en men heeft er ook van de beide Teniers en van Adriaan Brouwer. Onder de latere schilders heeft vooral M. Aug. Cerquozzi in dat genre uitgemunt.