Balzac (Honoré de), een der meestgevierde Fransche romanschrijvers onzer eeuw, werd geboren te Tours den 20sten Mei 1799. Hij ontving zijne eerste opleiding in het Collége de Vendôme, waar hij op 12-jarigen leeftijd reeds verzen schreef, en in het pension Lepitre te Parijs, waarna hij op het kantoor van een notaris werd geplaatst. Nu trad hij op als schrijver en leverde onder verschillende pseudonymen ongeveer 30 deelen romans, die zoo weinig opgang maakten, dat hij in de grootste armoede leefde.
De eerste roman, die in den smaak viel van het publiek en dien hij met zijn waren naam uitgaf, was “Les derniers chouans ou la Bretagne en 1800 (Paris, 1829).” In datzelfde jaar plaatste hij zich aan het hoofd van eene drukkerij en leverde eene nieuwe uitgave van Lafontaine. “La physiologie du mariage” (1830) schonk hem den lof van een geestigen schrijver, en met zijn “Peau de chagrin” (1831) verwierf hij zich zoo grooten roem, dat de uitgevers zijne voortbrengselen gaarne togen goud opwogen. Van dien tijd af schreef hij eene groote menigte romans, waarin bij veel geestigs ontzettend veel middelmatigs gevonden wordt. Hij heeft zijne geschriften onder den aanmatigenden titel “La comédie humaine” gezamenlijk uitgegeven en noemt zich in de inleiding een man, die, evenals de voornaamste wijsgeeren en dichters van alle tijden, liet menschelijke leven in zijne meest verschillende vormen en rigtingen heeft voorgesteld. Ook aan het drama heeft hij zijne krachten beproefd, maar niet met gelukkig gevolg. Hij overleed den 18den Augustus 1850.