Men geeft dezen naam aan min of meer lijvige oplossingen van harsen in aetherische oliën. Zij ontstaan in het plantenrijk en vloeijen van zelf of uit gemaakte insnijdingen uit sommige gewassen. Aanvankelijk bedoelde men met dien naam het specerijachtig, hars- en olie-achtig uitvloeisel van den balsemboom (Balsamodendron gileadense); later heeft men hem gegeven aan een aantal andere stoffen van dergelijken aard.
In Frankrijk past men dien toe op alle harsachtige zelfstandigheden, die kaneel- of benzoëzuur onder hare bestanddeelen hebben, zonder daarbij de meerdere of mindere vloeibaarheid of de aanwezigheid van aetherische oliën in aanmerking te nemen. Het denkbeeld balsem is derhalve niet scherp afgebakend en wij zullen derhalve hier melding maken van zoodanige stoffen, die gewoonlijk voor balsems worden gehouden. Wij verdeelen deze in benzoëzuurhoudende en benzoëzuurvrije. Tot de eerste klasse behooren onder anderen de Peru- en Tolu-balsem, — tot de tweede de Canada-, Mekka- en Copaïva-balsem. In de geneeskunde behooren zij tot de prikkelende middelen, en worden zij inwendig doch vaker uitwendig gebruikt.
De Peru-balsem (Balsamnm peruviannm) is afkomstig van eene plant, Myroxylon Ansonatense KI. en andere soorten, die in Guatemala groeijen. In den handel heeft men witten Peru-balsem; deze is geel van kleur, dik-vloeibaar en heeft den aangenamen geur van tonka-boonen. Hij is in alkohol en aether bij warmte nagenoeg geheel en al oplosbaar. Laat men hem lang staan, dan zinkt er eene kristallijnen massa naar den bodem. Daarenboven heeft men ook zwarten Peru-balsem.
Deze wordt verkregen door de balsemboomen gedeeltelijk van hunne schors te berooven en er wollen doeken om heen te wikkelen, die den balsem opnemen, waarvan het vloeijen bevorderd wordt door een vuur, rondom zulke boomen aangelegd. Daarna verzamelt men den balsem door uitpersing en koking uit die doeken. Hij is in een verschen toestand dun-vloeibaar en groenachtig, later dik-vloeibaar en donkerbruin en riekt naar vanielje. Hij heeft een soortelijk gewigt van 1,14 tot 1,16, en bestaat uit 69% Perubalsem-olie. 6,4% kaneelzuur, 20,7% in alkohol gemakkeljjk oplosbaar hars, 2,4 % in alkohol moeijelijk oplosbaar hars, 0,6% extractiefstof en 0,9% water.
Men gebruikt den Peru-balsem in de heelkunde , in de chocolade- en in de parfumerie-fabrieken. Hij werkt opwekkend op de zenuwen en vaten en is vooral heilzaam om de overmatige afscheiding der slijmvliezen tegen te gaan.
De Tolubalsem (Balsamum de Tolu) komt van Myroxylon Toluïferon H. B K., een boom, die in de bergstreek van Torbaco en Tolu en vooral ook aan den oever van de Magdalena-rivier groeit. Hij wordt door insnijdingen in den stam verkregen. In een verschen toestand gelijkt hij op terpentijn, later wordt hij bruinachtig-rood en eindelijk zelfs droog. Hij heeft een specerij-achtigen reuk en lost zich in aether op. De geneeskracht van dezen balsem komt ongeveer met die van Peru-balsem overeen.
De Canada-balsem (Balsamum Canadense) bevindt zich onder de schors van de balsemden (Abies balsamea Mill.), die in Canada, Virginië en Carolina groeit, en wordt uit insnijdingen verkregen. Deze is eene heldere of geelachtige, lijvige vloeistof, die er aanvankelijk wat troebel uitziet, maar langzamerhand helderder wordt. Deze balsem bevat aetherische olie, hars en extractiefstof. Men gebruikt hem tot het zamenstellen van achromatische glazen, alsmede tot het bewaren van kleine voorwerpen voor den microscoop.
De Mekka-balsem (Balsamum de Mekka of de Gilead, Opobalsamum verum) is afkomstig van den balsemboom (Balsamodendron gileadense Kunth.), die in Arabië te huis behoort. Men vindt er onderscheidene soorten van. De fijnste en duurste soort, die, naar men zegt, in een helderen toestand uit de bloemen droppelt, wordt in kleine, kegelvormige looden fleschjes bewaard. Hij is in een verschen toestand dun-vloeibaar en lichtgeel,en riekt naar citroen en rosmarijn.
Giet men er iets van in een glas met koud water, dan breidt het zich over de oppervlakte uit als een dun vlies, dat men met eene naald kan wegnemen. Deze kostbare balsem wordt nagenoeg uitsluitend in het Oosten gebruikt. Eene tweede soort vloeit uit de dunne takken van den boom en komt in vele opzigten met de eerste overeen. Ook is er eene derde soort, die door uitkoken van het hout verkregen wordt.
De Mekka-balsem bestaat uit 10 tot 30% welriekende aetherische olie, 50 tot 60°/o hars, eene bittere kleurstof en een extract, dat oplosbaar is in water.
De Copaïva-balsem komt uit Zuid-Amerika van onderscheidene boomen van dien naam, zooals van C. multijuga Hayne, C. Langsdorfii Desf. enz. Zij geven eene groote hoeveelheid balsem, wanneer men na den regentijd insnijdingen maakt in de schors. In den handel wordt de
Braziliaansche voor de beste gehouden. Hij is lichtgeel, dik- of dun-vloeibaar, drijft op het water en heeft een aangenamen reuk. Ook van dien balsem heeft men verschillende soorten. Vooral deze worden in de geneeskunde veel gebruikt om etterachtige afscheidingen der slijmvliezen te genezen.
Bovengenoemde balsems zijn natuurlijke. Er bestaan ook kunstmatige, die in de geneeskunde worden aangewend en hun naam te danken hebben aan eenige overeenkomst met de natuurlijke balsems. Hiertoe behooren Hoffman's levensbalsem, eene oplossing van onderscheidene aetherische oliën in alkohol, — de wondbalsem, een mengsel van zamentrekkende zelfstandigheden, — de muskaat-balsem, eene zalf van muskaatboter, was en olijven-olie, — de zwavelbalsem, eene oplossing van zwavel in vette olie enz. — Omtrent Balsamum Opodeldoch, zie Opodeldoch.