Ballenstedt, eene stad in den Beneden-Harz en de zetel van den hertog van Anhalt-Bernburg, ligt aan de Getel en is verdeeld in eene oude en nieuwe stad, die door de Allée en de Nieuwstraat verbonden zijn met het slot. De oude stad draagt met regt haren naam. Men vindt in Ballenstedt ongeveer 4000 inwoners.
Het merkwaardigste gebouw is er het slot, dat zich op eene rotshoogte verheft, waar men een heerlijk uitzigt geniet. Het is ruim genoeg en bevat een klein muséum van schilderijen, vooral van Nederlandsche meesters, eene bibliotheek van 8000 banden, en eene verzameling van munten en delfstoffen. Tot het slot behooren de slotkerk, de fraaije stoeterij, de manége, de schouwburg enz. De omtrek levert er den reiziger een groot aantal bekoorlijke plekjes.
Ballenstedt is eene overoude bezitting van het Anhaltsche huis. De stad was in 1356 nog een dorp, in het laatst der 15de eeuw werd zij een vlek genoemd, en omstreeks dien tijd door muren omringd en met stedelijke regten begiftigd. In 1498 werd zij bijna geheel en al eene prooi der vlammen, en in den oorlog van 1505 geplunderd. Dit geschiedde ook in 1626 in den 30-jarigen oorlog, en was voor de inwoners zulk eene geduchte les, dat deze haar in 1640 en 1641 met goed gevolg tegen de Keizerlijke troepen verdedigden.
