Balize is eene Britsche kolonie in Middel-Amerika, op de oostkust van het groote Schiereiland Yucatan, aan de Honduras-baai, ten zuiden van Yucatan en ten noorden van Guatemala, met eene oppervlakte van 850 □ geogr. mijlen. De kust is er met rotsriffen en zandbanken omzoomd. Het land, door de rivier Balize besproeid, is er laag, moerassig en met vochtige wouden bedekt, en dientengevolge zeer ongezond.
In Juljj heerscht er eene geweldige hitte, zoodat het verblijf er zeer gevaarlijk is en de bevolking grootendeels uit Negers bestaat, die zulk een klimaat kunnen verduren. De bodem bestaat er gedeeltelijk uit klei, gedeeltelijk uit rood zand en draagt een verbazend weelderigen plantengroei. Men heeft er kostbare houtsoorten en heerlijke vruchten. Er wordt veel rijst en maïs verbouwd en de grond is er bij uitstek geschikt voor de suiker-, koffij- en katoenteelt. Cacao groeit er in overvloed in het wild, en de zee levert er heerlijken visch.
Men vindt er een groot aantal runderen, en tevens fraaije marmersoorten. De bevolking bedraagt er omstreeks 16000 zielen, en onder deze zijn geen 3000 blanken. Aan het hoofd der regering staat er een Koninklijk Intendant met een wetgevend en uitvoerend ligchaam van 21 leden, die voor den tijd van één jaar worden gekozen. Er ligt eene militaire bezetting van omstreeks 1000 man. De voornaamste uitvoerartikelen zijn er mahonie-hout en cochenille.
Niet ver van de kust ligt er het eiland Turneffe, en ten oosten van dit laatste heeft men 2 kleine eilanden, St. George Key en het Halvemaan-eiland, waarop zich vuurtorens verheffen.
Deze kolonie is haar bestaan verschuldigd aan de zucht van het Britsche volk om zoo mogelijk overal winst te doen. De geheele kust van Honduras, door Columbus ontdekt, behoort eigenlijk tot de Spaansche bezittingen; doch daar de Spaansche eigenaars zeer onverschillig waren , hebben zich eerst Britsche houtkoopers gevestigd op het eiland St. George Key. Engelsche avonturiers uit Jamaica hebben vervolgens eene kolonie gesticht op het vaste land nabij Kaap Cartoche, en deze breidde zich weldra uit tot aan de rivier Balize ten zuiden en tot aan de Laguna de los Terminos ten westen. Nu kwamen de Spanjaarden tegen de indringers in verzet, en er ontstond een langdurige strijd, die met afwisselenden voorspoed werd gevoerd, maar waarin de kolonie zich met haren ondergang zag bedreigd. Eindelijk werd bij den vrede van Versailles (1783) deze zaak geregeld.
De Britten ontvingen verlof, om tusschen de rivieren Hondo en Balize over eene zekere uitgestrektheid hout te vellen, maar zij hadden geene souvereiniteitsregten over die streek en mogten er geene versterkte plaatsen bouwen. Sedert dien tijd hebben de Engelschen met ijver den bloei der kolonie bevorderd en er een entrepôt aangelegd voor den handel met Middel-Amerika. Ook hebben zij er een fort gebouwd. Over de grenzen werd niet gesproken, maar de Britten gaven aan het gebied eene willekeurige uitbreiding. De Staten van Middel-Amerika, ijverend voor de regten van Spanje, hebben later tegen de overweldiging van Brittanje geprotesteerd, maar deze aangelegenheid is nog geenszins geregeld.
De stad Balize is de eenige der geheele kolonie. Zij ligt aan de kust en aan den mond der rivier van denzelfden naam. Zij telt ongeveer 500 huizen, die aan de rivier op palen gebouwd zijn, en 5000 inwoners. Zij is de zetel van den Britschen bestuurder en heeft eene goede haven. Eene halve geogr. mijl van daar ligt, op een eiland, het fort St. George. Een uitgestrekt moeras, ten noorden van de stad gelegen, heeft men droog gemaakt.