Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Negers

betekenis & definitie

Negers, afkomstig van het Latijnsche woord niger (zwart), is de naam van een menschenras, hetwelk Afrika bewoont van den zuidelijken zoom der Sahara tot aan het gebied der Boschjesmannen en Hottentotten. De Negers hebben in het algemeen een hoogen, smallen schedel, eene uitstekende bovenkaak, schuins geplaatste tanden, eene donkere huid (geel tot zwart), een eigenaardigen reuk, dikke lippen, kroes, gewoonlijk zwart haar en een neus van verschillende gedaante. Zij vormen alzoo een afzonderlijk ras met eigenaardige kenmerken.

Men verdeelt hen in twee groote afdeelingen, namelijk die der Soedannegers in Midden-Afrika, van den mond van de Senegal tot aan Dar Foer en ten zuiden begrensd door eene lijn, die van het Camerongebergte zich tot aan de Nijlmeren uitstrekt, — en die der Bantoe- of Boenda-negers, die Zuid- en Midden-Afrika bewonen tusschen 20° Z.B. en 5° N.B. Deze grenzen ten noorden aan de voorgaande afdeeling en ten zuiden aan de Hottentotten en Boschjesmannen. Beide afdeelingen verschillen van elkander hoofdzakelijk door de taal.