Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Balearen

betekenis & definitie

Balearen of Balearische eilanden is de naam eener eilandengroep in de Middellandsche zee, gelegen ten oosten van de kust van Valencia, tusschen 39° 15' en 40° 41' N. B. en 0° 2' W. L. en 1" 58' O.

L. van Greenwich. Zij vormen met de nabij gelegen Pithyusen (zie onder dezen naam) de Spaansche provincie der Balearen (voorheen het koningrijk Mallorca) met eene oppervlakte van bijna 88 □ geogr. mijlen en omstreeks 280,000 inwoners.

Deze groep bestaat uit de beide groote eilanden Mallorca en Menorca, en uit de klei­nere Cabrera, Dragonera, Consejera, Foradade, Planhas, del Eyre, del Colon, St. Louis, Dadolaya, Los Porres, en Escollo de los Bledas. Het klimaat is zacht en gezond en de bodem — vooral op Mallorca — ongemeen vruchtbaar, zoodat koren, wijn, olijven, alle zuidelijke vruchten, vlas, hennep enz. er welig groeijen en in groote hoeveelheid wor­den uitgevoerd. Voorts bloeit er de visscherij, de vee- en de zijdeteelt, en er zijn zout- en marmergroeven. De scheepvaart wordt er be­gunstigd door talrijke baaijen en havens — vooral op Menorca.

Deze eilanden droegen reeds in de dagen der Oudheid den naam van Baleares, Balearides of Gymnasiae — dus van Slinger- of Worstel-eilanden, omdat de inwoners in die krijgs­oefeningen zeer bedreven waren. Zij waren eerst van de Phoeniciërs en vervolgens van de Carthagers afhankelijk. De zeeroof der inwoners verwekte den toorn der Romeinen, en de consul Q. Caecilius Metellus, die hen in het jaar 120 vóór Chr. onderwierp, zond 3000 Romeinsche volkplanters derwaarts, welke er de steden Palma en Polentia op Mal­lorca stichtten. In 425 werden deze eilanden door de Wandalen onder Genserich veroverd. In 560 behoorden zij tot het Oost-Romeinsche keizerrijk en vervolgens aan de republiek Pisa.

In 798 vielen zij in handen der Mooren, die er na 1220 een eigen koning hadden, die in 1292 door koning Jayme I van Aragon werd verjaagd. Deze verhief de Balearen tot een afzonderlijk koningrijk — dat van Majorca — voor zijn zoon Jayme, die door Sancho en Jayme werd opgevolgd. In 1343 maakte Peter IV van Aragon zich er mees­ter van en verjoeg Jayme, waarna de Bale­aren een deel uitmaakten van het koningrijk Aragon en met dit aan Castilië vervielen. Menorca bevond zich van 1708 tot 1782 met eene kleine tusschenpoos in Britsche handen, maar werd bij den vrede van 783 aan Spanje afgestaan.

< >