Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bagatelzaken

betekenis & definitie

Bagatelzaken, causae minutae, zijn zoo­danige regtszaken, waarvan de behandeling en beslissing, om het gering bedrag van het onderwerp der vordering, onttrokken worden aan den gewonen regter, en opgedragen aan een lageren regter, die met eene buiten­gewone, exceptionéle magt is bekleed.

De wetgever gaat hierbij uit van de onder­stelling, dat het belang der partijen in die zaken niet zoo groot is, dat deze zouden begeeren, dat al de formaliteiten, met het daaruit volgend verlies van tijd en het bedrag der kosten, bij de algemeene wijze van procedéren voor den gewonen regter voorge­schreven, worden nagekomen.

Of eene zaak eene bagatelzaak is of niet, en voor welken regter eene regtspraak dus moet aangebragt worden, hangt in het alge­meen en in de eerste plaats af van het on­derwerp der vordering, dat is het bedrag, dat de eischer van den gedaagde beweert te moeten hebben; vervolgens moet in aanmer­king genomen worden de oorsprong der schuld, dat is, het onderzoek, uit welken hoofde de eischer het hem verschuldigde wil invorde­ren. De verschillende wetgevingen in den ouden en den nieuwen tijd hebben het be­drag en de oorzaken, waaraan men den aard der bagatelzaken moet toetsen, zeer onder­scheiden vastgesteld.

In Nederland is tegenwoordig de arrondissements-regtbank de ordinaire, de gewone regter: zij is bevoegd te oordeelen over alle zaken, die niet uitdrukkelijk aan de regtsmagt van één der andere regtscollegiën, het kantongeregt, het provinciaal geregtshof, den Hoogen Raad, zijn onderworpen. De kantonregter is belast met de beregting van de zaken van gering belang, die we bagatelza­ken kunnen noemen, hoewel dit woord in onze wetboeken niet wordt gebruikt. Het bedrag der burgerlijke en handelszaken aan zijne kennisneming onderworpen, mag in den regel de waarde van tweehonderd gulden niet te boven gaan. Verder oordeelt hij in straf­zaken over hen, die wegens policie-overtredingen teregt moeten staan, en aan wie ten hoogste eene straf van zeven dagen gevangenis of vijf en zeventig gulden boete, te zamen of afzonderlijk, kan worden opgelegd. In zaken voor den kantonregter is de regtsbijstand van een procureur of advocaat niet verpligtend voorgeschreven: de wet onderstelt, vreemd genoeg, dat in die zaken van geringer be­drag de partijen zelve in staat zijn, om met kennis van zaken hunne eigene belangen waar te nemen. De practijk logenstraft die onderstelling ten sterkste (zie Kantonge­regt). Ook voor de hoogere regtscollegiën kan eene verschillende wijze van procedéren ge­volgd worden, al naarmate de aard der vor­dering eenvoudig of ingewikkeld is (zie Summier.)

In Nederlandsch Indië zijn de districts- en regentschapsregters belast met de behande­ling van burgerlijke- en strafzaken van eenvoudigen aard, waarbij uitsluitend inlanders zijn betrokken. Worden deze om dergelijke zaken door Europeanen in regten geroepen, dan is de landraad de bevoegde regter. Voor Europeanen wordt gelijke regtsmagt als van den Nederlandschen kantonregter uitgoefend door het Residentiegeregt, waarvan in som­mige gevallen appèl toegelaten is op den Raad van Justitie.

In de Nederlandsche kolonie Suriname wordt de regterlijke magt, behalve door het hoogste regterlijke collegie, het Hof van justitie, uitgeoefend door het Collegie van kleine zaken, eene soort van kantongeregt, terwijl ook de regtbanken van gedelegeerde heemraden en die van de hoofdingelanden in de Nickériedistricten eene zekere jurisdictie bezitten.

< >