Het avondrood is het bekende verschijnsel, dat kort vóór en na den ondergang der zon de westerkim met prachtige purpertinten versiert. Het vertoont zich het fraaist, wanneer in het westen aan den donkerblaauwen hemel enkele wolken drijven, die door de stralen der zon worden beschenen, of wanneer er het geheele uitspansel met dunne vederwolkjes is bedekt. Dan zien wij de zoomen der wolken verguld, terwijl deze naar het midden met paars en purper zijn getooid, en naarmate de wolkenlagen meer verschillen in dikte, ontwaren wij ook meer schakéringen van geel, rood en blaauw.
Voorheen verklaarden de natuurkundigen dit verschijnsel door te zeggen, dat het witte zonnelicht, door de lucht gaande, ontbonden werd en zijne blaauwe stralen verloor, omdat deze door haar teruggekaatst werden, terwijl de roode en gele stralen hunnen weg vervolgden. Meer bevredigend is de verklaring van Forbes. Hij zag eens, dat eene menigte waterdamp uit de veiligheidsklep eener locomotief stroomde en merkte op, dat het zonlicht er doorheen drong met eene donkere oranjekleur. Wat hooger, waar de damp meer verdigt was door afkoeling, zocht hij dat verschijnsel te vergeefs. Hij paste het toe op de verklaring van het avondrood, dat volgens hem niet door de lucht, maar door den waterdamp der lucht veroorzaakt wordt. Als eene zuivere, kleurlooze, veerkrachtige vloeistof geeft die damp eene groote mate van doorzigtigheid aan de lucht, maar zoodra hij tot verdigting overgaat, laat hij enkel de roode en gele stralen door en veroorzaakt hierdoor het avondrood.
Des ochtends na den opgang der zon, wanneer tengevolge van de verwarming des dampkrings door de zonnestralen, de dauw weder in damp oprijst, ontstaat een dergelijk verschijnsel, hetwelk wij met den naam van morgenrood bestempelen. Dit laatste is echter in den regel niet zoo fraai als het avondrood, omdat de zon reeds eene aanzienlijke hoogte heeft bereikt, wanneer zij warmte genoeg geeft, om het water in damp te herscheppen, zoodat hare stralen een veel korteren weg doorloopen dan des avonds.
Hieruit blijkt, dat het avondrood een helderen hemel en aangenaam weder, en het morgenrood een somberen, regenachtigen dag voorspelt. Immers als de lucht bij zonsondergang sterk met waterdamp verzadigd is, zoodat deze reeds in waterblaasjes is omgezet, dan ontwaart men enkel een bleek en zwak avondrood, omdat verdigte waterdamp alleen kleurloos licht doorlaat. Een gloeiend morgenrood wijst ons op eene groote mate van vochtigheid, die in de hoogere luchtgewesten digt wordt en wolken vormt, waaruit de regen nederdaalt.