Assemani is de geslachtsnaam van eenige geleerde Maronieten of Syrische Christenen. Daartoe behooren:
Joseph Simon Assemani, die in 1687 geboren werd en zijne opleiding ontving in het Maronietencollegie te Rome. Hier werkte hij geruimen tijd in de boekerij van het Vaticaan, welke door zijn neef Elisa Gregorius Assemani met een aantal Oostersche handschrift was begiftigd, en deed vervolgens eene reis door Syrië en Egypte. In 1717 keerde hij terug met 150 Oostersche handschriften. Eene tweede reis (1735 tot 1738) bezorgde hem een nieuwen schat van handschriften, benevens een paar duizend munten. Na dien tijd bleef hij te Rome als custos der Vaticaansche bibliotheek, bisschop van Tyrus, kamerheer des Pausen en Domheer der kerk van het Vaticaan. Hij overleed in 1768. Hij heeft een aantal Latijnsche werken geschreven, vooral van bibliographischen inhoud. Ook heeft kardinaal Mai een en ander van zijne nalatenschap uitgegeven. Zijn opvolger in de waardigheid van custos werd zijn neef Stephanus Ephodius (⍏ 1784), van wien desgelijks eenige boeken zijn in het licht verschenen.
Joseph Lodewijk Assemani, een neef en leerling van den voorgaande. Hij was geboren in 1710 te Tripoli in Syrië en bekleedde de betrekking van hoogleeraar in de Oostersche talen te Rome. Ook was hij lid van de Academie voor Geschiedkunde, door Benedictus XIV gesticht. Hij heeft eenige belangrijke werken uitgegeven.
Simon Assemani, een bloedverwant der beide vorigen, die in 1752 geboren werd, desgelijks te Tripoli. Hij oefende zich te Rome in de Oostersche letterkunde, reisde vervolgens in Syrië en Egypte, werd in 1785 hoogleeraar in de Oostersche talen te Padua, en overleed aldaar in 1821. Men hield hem voor een der beste Oosterlingen van zijn tijd, en hij heeft onderscheidene werken in de Italiaansche en Latijnsche taal het licht doen zien.