Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Simon

betekenis & definitie

Simon. Onder dezen naam vermelden wij: Simon, bijgenaamd Petrus (zie onder Petrus)— Simon uit Kana, bijgenaamd Zelotes (de ijveraar), een der apostelen van Jezus, door sommigen vereenzelvigd met Simeon, terwijl hij volgens anderen het evangelie verkondigd heeft in Egypte, Cyrene, Mauritanië, Libye en op de Brittannische Eilanden; — en Simon de Toovenaar, te Samaria door Philippus gedoopt, maar door Petrus ernstig berispt, omdat hij den Heiligen Geest, voor geld wilde koopen. Naar hem wordt het verkrijgen van geestelijke voorregten, ambten en bedieningen door middel van geld of door omkooperij met den naam van „simonie” bestempeld. Zij werd door Gregorius VII op de Synode te Rome (1075) met den ban bedreigd, maar bleef tot aan de Hervorming voor vele Pausen eene bron van aanzienlijke inkomsten.