Eeen woord door J. R. Rust in de heelkunde ingevoerd, is van Griekschen oorsprong en beteekent eene ontsteking of verzwering in de gewrichten, namelijk eene zoodanige, die in de sponsachtige uiteinden daarvan een aanvang neemt. Zij openbaart zich vooral bij klierachtige personen en is langdurig van aard. In haren ergsten vorm veroorzaakt zij aanmerkelijke verwoestingen in de gewrichten en eindelijk zelfs den dood. Zij komt het meest voor in de heup-, knie- en voetgewrichten, maar ook hand- en schoudergewrichten en wervels zijn niet veilig voor haar. Zij draagt verschillende namen naar gelang van de plaats, waar zij zich vertoont: men heeft coxarthrocace in het heup-, gonarthrocace in het knie-, podarthrocace in het voetgewricht en spondylarthrocace in de wervels.
Het eerste verschijnsel dier ontsteking is pijn, — doorgaans op eenigen afstand van het aangetaste gewricht; dan volgt eene uitzetting van de einden der gewrichten, die men echter alleen kan waarnemen waar deze digt onder de huid gelegen zijn — en eindelijk de onbruikbaarheid van het gewricht. Dit laatste wordt allengs dikker, de pijn vermeerdert , er vertoont zich koorts, en de lijder kan eindelijk bezwijken. Of de ontsteking breekt als verzwering door, maar er kan dan alleen genezing plaatshebben, wanneer er vergroeijing van het gewricht (ankylosis) of een nieuw gewricht — zoo als bij coxarthrocace — ontstaat. De meest gewone oorzaak dezer kwaal is de vorming van knobbels (tuberkels) in het sponsachtig gedeelte van het been. Intusschen kan zij ook voortkomen uit een val, een slag en uit het vatten van koude. De vooruitzigten zijn bij zoodanige gevallen gewoonlijk ongunstig. Zelfs als de ongesteldheid genezen is, keert zij ligt terug en zij maakt, bij den gunstigsten afloop, het aangetaste deel vaak onbruikbaar.
De behandeling der arthrocace is van plaatselijken en van algemeenen aard. Men vergunne aan het aangetaste deel eene volkomene rust en houde het in een doelmatigen stand. Voorde voet-, knie- en handgewrichten komt het gipsverband te pas, — voorts koude omslagen en plaatselijke bloedontlastingen door bloedzuigers of door koppen. Men doe den lijder een gepast dieet houden en zorge, bij vermindering van krachten, zoowel voor voedende spijs als voor frissche lucht.