Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Ontsteking

betekenis & definitie

Ontsteking (inflammatio) is een ziekelijke toestand van enkele deelen van ’s menschen ligchaam. Te voren waren de kenmerken van ontsteking naauwkeurig bepaald, doch zij zijn door nader onderzoek zoo onzeker en wisselvallig geworden, dat men het volgens het tegenwoordig standpunt der wetenschap naauwelijks aan den oningewijde duidelijk kan maken, wat ontsteking is. Weleer beschouwde men hitte, roodheid, zwelling en pijn als de voornaamste kenmerken. De roodheid en pijn doen denken aan bloedvaten en zenuwen, welke hierbij worden aangedaan, de zwelling aan vermeerdering van stof, en de hitte aan verhoogde stofwisseling.

Men zeide derhalve, dat ontsteking veroorzaakt werd door prikkeling der bloedvaten, doch men merkte op, dat ook deelen, die verstoken zijn van bloedvaten, aan ontsteking kunnen lijden. Bij elke ontsteking zag men uitstorting van stolbaar vocht, zoodat men later daarin het hoofdverschijnsel zocht; doch het bleek, dat in sommige gevallen het vocht niet stolbaar was. Virchow noemt dan ook de ontsteking eene plaatselijke voedingsstoornis, berustende op eene gewijzigde verhouding tusschen bloed en weefsel. De roodheid ontstaat alzoo door eene ophooping van bloed, — de zwelling is een gevolg van de vermeerderde, soms veranderde hoeveelheid voedingsvocht in het aangedane weefsel, — de pijn is een wisselvallig verschijnsel en kan door spanning of prikkeling der zenuwen ontstaan, — en de hitte is toe te schrijven aan den vermeerderden toevoer van bloed en aan de verhoogde stofwisseling. Intusschen is ook over ontsteking het laatste woord nog niet gesproken. Dit echter is zeker, dat zij bij het aantasten van edele deelen het leven in gevaar brengt. Om ze te bestrijden gebruikt men ontstekingswerende (antiphlogistische) middelen.