Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Armagnac

betekenis & definitie

Armagnac (Ager aremonieus), een voormalig landschap van Frankrijk, een gedeelte van Gascogne, hetwelk thans grootendeels tot het departement Gers behoort, grenst aan Béarn, Bigorre, Comminges en Languedoc. Het is niet onvruchtbaar en -sterk verdeeld in kleine landgoederen, die meerendeels aan armen adel toebehooren.

De voornaamste tak van nijverheid is er de brandewijnstokerij, wier voortbrengsel onder den naam van “eau d’Armagnac” bekend is. De Armagnacwijn, eene witte soort, wordt in Frankrijks noordelijke gewesten veel gebruikt. De Armagnacbrandewijn heeft eene sterkte van 52 tot 56°/0 en is 60°/o goedkooper dan de cognac.

De hoeveelheid, die tegenwoordig in het departement Gers en in het zuiden van het departement des Landes verkocht wordt, schat men op 12 millioen Ned. kan.

Armagnac was verdeeld in Opper- (Het witte) en Neder- (Het zwarte) Armagnac en droeg den titel van graafschap. Het oude gravengeslacht van Armagnac, welks stamboom opklimt tot den tijd van Chlodmig (uit het Merovingische huis) en er van de 10de tot de 15de eeuw heerschappij voerde, oefende vaak grooten invloed uit op de gesteldheid des rijks.

Graaf Jean I, een zoon van Bernard IV, was in den beginne een tegenstander der Britten, maar koos vervolgens de zijde van deze en vergezelde den Zwarten Prins naar Spanje. Later streed hij weêr voor Frankrijk en werkte niet weinig mede tot de verovering van Limousin.

Zijn kleinzoon Jean III was de aanvoerder van eene woeste legerbende. Hij bragt deze, ten getale van 15000 man, over de Alpen, om oorlog te voeren tegen Galeazzo Visconti, hertog van Milaan, maar bij Alessandria verloor hij den slag en het leven. De meestberoemde graaf uit genoemd huis is Bernard VII. Deze was ten tijde van koning Karei VI het hoofd der partij Orléans-Armagnac, wier aanhangers den arm met een witten band versierden.

Als de voornaamste in het verbond, in 1410 met de hertogen van Berri en Bourbon, voorts met het huis van Orléans, met den hertog van Bretagne, den graaf van Clermont enz. gesloten, was Bernard van Armagnac aanvankelijk niet zeer voorspoedig in den strijd, maar hij verkreeg de overhand door den schrik, dien zijne woeste soldaten overal wisten te verspreiden.

Op den lsten Augustus 1413 sloot hij echter vrede met den Koning en begaf zich zelfs met zijn leger naar de hoofdstad, die hij tegen de aanvallen der Bourgondiërs verdedigde. Na den slag bij Azincourt (1415) werd hij connetable en eerste minister en kenmerkte zijn bestuur door harde maatregelen tegen zijne voormalige vijanden.

Juist hierdoor bragt hij de Bourgondische partij weder in aanzien, terwijl de Koningin, de Paus en Engeland hem wederstand boden. Wèl hield hij zich staande, maar toen hij in 1418 een gedeelte zijner troepen naar Brie had gezonden, maakte Jean van Bourgondië zich meester van de hoofdstad. De graaf van Armagnac verschool zich bij een metselaar, maar werd ontdekt en in de gevangenis ter dood gebragt.

Zijn oudste zoon Jean IV is, als aanvoerder van gehuurde benden, een historisch persoon. Hij verbond zich met den Spaanschen partijganger Salazar en met zijn neef Jean van Armagnac, de bastaard van Lescun genaamd, maar werd eindelijk door den dauphin Lodewijk gevangen genomen en door Karei VII tegen afstand van het graafschap Comminges op vrije voeten gesteld.

Hij overleed in 1451 en werd opgevolgd door zijn zoon, den beruchten Jean V, die in 1465 opstond tegen koning Lodewijk XI, met den hertog van Bourbon optrok tegen Parijs en zich later met Engeland verbond om Guienne te veroveren. Lodewijk bood hem 10000 francs onder voorwaarde, dat hij dit verbond zou laten varen, en Armagnac nam het geld aan zonder de zijde des Konings te kiezen.

Deze ontrukte hem om die reden het graafschap Armagnac, hetwelk hij echter in 1472 heroverde. In het volgende jaar werd hij door den Koning in Lectour belegerd en door zijne soldaten vermoord. De laatste van dezen stam was Karei van Armagnac, de broeder van den voorgaande en tevens een man, die wegens verwoeste gezondheid onder curatele werd geplaatst en in 1497 overleed.

Na zijn dood verleende Frans I het graafschap aan zijn zwager, den hertog van von Alençon; door de weduwe van dezen verviel het aan het huis Albret in Navarre, en eerst Hendrik IV bragt het voor altoos aan de kroon van Frankrijk. — Jaques d'Armagnac, een zoon van Bernard VII, was de stamvader van eene jongere lijn, maar hij zelf, desgelijks tegen Lodewijk XI opgestaan , werd in eene ijzeren kooi opgesloten en in 1477 onthoofd.

< >