Armagh is een graafschap in het Iersche gewest Ulster en telt op 24,2 □ geogr. mijl bijna 200000 inwoners. De bodem is met golfvormige heuvelen bedekt, en in het zuiden en westen verrijst er eene bergketen, wier hoogste toppen de namen dragen van Sliebh-Gullian (630 meters) en Sliebh-Girkin (446 meters).
De eerste ligt niet ver van Newtown Hamilton, in eene romantischwoeste streek met rotsen, holen en bruisende beken. De voornaamste rivieren zijn er de Blackwater en de Ban, die zich uitstorten in het Lough-Neagh, en de belangrijkste nieren zijn er de Carlough en de Lough-Clay. Men vindt er 5 geneeskrachtige bronnen.
De grond is er over het algemeen vruchtbaar, maar behoort nagenoeg geheel aan de Kerk en andere ligchamen, die hem aan pachters verhuren, welke op hunne beurt de landen in kleinere gedeelten verpachten. Dit maakt het volk zeer arm.
Aardappelen zijn er het voornaamste voedsel. Voorheen werd er veel linnen geweven, maar die tak van nijverheid is er zoowel door de machinale spinnerijen als door het vermeerderd verbruik van katoen reeds lang in verval. Hier en daar vervaardigt men er geweven stoffen, “union" genaamd, uit een mengsel van vlas en katoen.
De hoofdstad, die desgelijks den naam draagt van Armagh, ligt 30 uren gaans ten noorden van Dublin en telt ongeveer 10000 inwoners. Men vindt er het paleis van den Anglicaan- schen bisschop, den primaat van Ierland, met eene aanzienlijke bibliotheek en eene sterrewacht, terwijl er ook eene R. Katholieke aartsbisschop gevestigd is. Tot de fraaije gebouwen behooren er de hoofdkerk en het raadhuis. De inwoners houden er zich vooral bezig met de linnenweverij.