Gers (De), eene linker zijrivier der Garonne in het zuidwesten van Frankrijk, ontspringt op de oppervlakte van Lannemazan aan den voet der Pyreneeën, stroomt noordwaarts over Auch, Fleurance, Lectoure, Astaffort en Layrac, en stort zich uit in de Garonne boven Agen na een loop van 22 7, geogr. mijl zonder ergens bevaarbaar te wezen.
Het departement Gers, dat uit eenige voormalige landschappen van Gascogne, namelijk uit Armagnac, Astarac, Condomois, Lomagne enz. is zamengesteld, vormt het gebied van den aartsbisschop van Auch, de hoofdstad van dat gewest, en telt op 114 geogr. mijl omstreeks 300000 inwoners. Het is verdeeld in 5 arrondissementen, 29 cantons en 466 gemeenten. De bodem draagt er nabij de Pyreneeën vele heuvels, maar is voor ’t overige vlak, en wordt besproeid door de Neste, de Save, de Gimone, de Arrats, de Gers, de Baise, de Osse, de Adour en vele andere rivieren. Negen daarvan zijn bevaarbaar; ook heeft men er eenige kanalen en meren. Het klimaat is er gematigd; er valt zelden sneeuw, en de vorst duurt er nooit lang.
De helft van den grond wordt er in beslag genomen door den landbouw, en het zevende gedeelte door den wijnbouw, — voorts heett men er hooien weilanden, bosschen en heidevelden. De bewoners zijn Gascogners. Men heeft er eenige goede en middelmatige wijnsoorten, maar vele slechte, doch men vindt er ook den voortreffelijken Armagnac-brandewijn. Voorts heeft men er onderscheidene geneeskrachtige bronnen, maar de fabrieknijverheid is er nog weinig ontwikkeld.