Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Aria

betekenis & definitie

Aria is de naam van een lied, hetwelk voor ééne stem is gezet met begeleiding van één of meer instrumenten, — een lied, waarin zich de innigste gevoelens en gewaarwordingen des harten openbaren. De tekst eener aria vereischt een vloeijenden, lyrischen vorm en welluidende klanken, en haar gevoelvolle inhoud moet uitdrukking en leven ontvangen van de muziek. Zij kan een afzonderlijk muziekstuk, eene concertaria, wezen en ook deel uitmaken van eene uitgebreide compositie, — van eene opera, van een oratorium of van eene cantate.

De muzikale vorm der aria is vermoedelijk afkomstig van de “monodie,” een gezang voor eene enkele stem met eene harmonische instrumentale begeleiding. Het denkbeeld van deze is ontstaan in eene vereeniging van geleerden en kunstenaars, welke omstreeks het jaar 1600 gedurig vergaderd was ten huize van Giovanni Bardi, Conte di Vernio, te Florence. Eerst eene halve eeuw later vindt men de aria, een lied in twee gedeelten met een da capo, bij Alessandro Scarlatti, die ook het recitatief verbeterde en in het algemeen als de hervormer der muziek van die dagen optrad. Door de Napelsche school, die door Leonardo Leo, Francesco Durante en Gaetano Oreco, kweekelingen van Scarlatti, werd gesticht, verkreeg de aria en de muziek in het algemeen eene aanmerkelijke ontwikkeling en eene andere gedaante. De aria ging voorheen te snel voorbij; hare welluidende perioden waren te kort, zij kon den gemaakten indruk door herhaling der belangrijkste motieven niet vestigen in het gemoed van den hoorder. De Napolitaansche muziekhervormers verlengden het ritornel, om den hoorder op het volgende couplet voor te bereiden. Bij hen nam de aria een aanvang met de hoofdmelodie, en hierop volgde een tweede en ook wel een derde ondergeschikt motief, die in de aangrenzende toonladders in verschillende wendingen te voorschijn traden en dan in den hoofdtoon nog eenmaal herhaald werden, waarna het eerste gedeelte der aria na den zoogenaamden cadans, met een gepast instrumentaal spel, hetwelk doorgaans het motief van het ritornel vormde, een einde nam.

De tweede helft der aria bestond in een kort gedeelte, dat, bepaaldelijk afgezonderd van het eerste gedeelte, zich in eene vermaagschapte, doch zeer verschillende toonaard deed hooren. Op den cadans, waarmede zij eindigde, volgde dan het da capo met eenige verkortingen of de herhaling van de eerste helft. Deze vorm der aria werd met eenige wijzigingen door alle componisten in en buiten Italië gehandhaafd en is tot op onzen tijd in de eigenlijke aria bewaard gebleven. De veranderingen, die de aria in hare gedaante na den tijd der Napolitaansche school ondergaan heeft, kan men in een vijftal vormen aanwijzen. Glück maakte den vorm der aria afhankelijk van den inhoud van het lied en riep de declamatorische aria te voorschijn, die zich niet altijd door zangerigheid onderscheidt. Bach en Händel hebben de contrapunt-aria ingevoerd, waarbij de stem geen grooter aandeel verkrijgt, dan haar door het contrapunt wordt toegekend en waarbij zij in het naauwste verband staat met de instrumenten. Hiermede is de concert-aria vermaagschapt; deze is afkomstig van Mozart, die de zangstem afwisselde met blaasinstrumenten. Een vierde vorm is die, waarbij het cantabile de overhand heeft en alle zoogenaamde portamentokunsten door den zanger met vrucht aangewend kunnen worden. Ook in dezen stijl hebben Mozart en vooral Haydn veel voortreffelijks geleverd. De vijfde vorm is eindelijk die der bravour-aria, waarin de zangstem met vollen luister schittert en alle moeijelijkheden der kunst overwint. Ook van deze soort zijn wij uitnemende arias aan Mozart verschuldigd. De aria d’espressione of de sentimentéle aria is reeds lang uit den smaak. Met Glück hebben eenige nieuwe Italiaansche meesters, zooals Rossini, Bellini, enz. pogingen aangewend, om den stijl van den vierden en vijfden ariavorm te vereenigen en de zangversieringen der virtuozen in noten uit te drukken. Behalve deze soorten vermelden wij nog de aria parlante of de sprekende aria, waarin doorgaans elke lettergreep slechts ééne noot heeft. Zij is in vaudevilles onbetaalbaar, en Paesiello en Sossini hebben op deze soort hun zegel gedrukt.

De oorsprong van den naam is in het Italiaansche woord aria (lucht) te zoeken.

< >