Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Areópagus

betekenis & definitie

Areópagus of heuvel van Ares (Mars) is eene hoogte te Athene, nabij de Acropolis en tegenover de Propylaeën gelegen. Hier was weleer de zetel van de beroemde regtbank van dien naam, welke te midden van alle staatkundige omwentelingen — nu eens met meer, dan weêr met minder gezag — tot aan den tijd der Romeinsche keizers bleef bestaan.

Sommigen noemen Cecrops, anderen Cranaus den stichter van deze regtbank, ja, men zegt, dat reeds Ares en Poseidon (Mars en Neptunus) wegens den moord, door eerstgenoemde aan Halirrhotius gepleegd, hare beslissing hebben ingeroepen. Omstreeks 1200 vóór Chr. stond Orestes wegens moedermoord voor haar te regt, maar hij werd vrijgesproken, omdat de stemmen staakten en Pallas (Minerva) bij de gunstige stemmen de hare voegde. Na dien tijd werd ieder beschuldigde bij staking van stemmen vrijgesproken, zoodat het “suffragium Minervae" (de stem van Minerva) als een vrijsprekend suffragium behouden bleef. Zoowel in het geding van Orestes als in dat van Ares zaten, volgens de sage, 12 goden als regters. Ook meent men, dat deze regtbank regt gesproken heeft over Cephalus, over Daedalus, over den moordenaar van Cylon en zelfs over Pisistratus. Hieruit blijkt, dat de Areópagus oorspronkelijk eene criminéle regtbank was en dat bepaaldelijk moordenaars voor haar teregt stonden. De leden van deze regtbank behoorden tot de aanzienlijkste geslachten.

Veel grooter werd de invloed van den Areópagus in den tijd van Solon. Die regtbank was uit haren aard aristocratisch en vormde als zoodanig een beperkenden dam tegen de overdrijving der democratie. Zij vertoont zich in die dagen als de schutsvrouw der wetten en der oude staatkundige instellingen, en tevens als censor van het openbaar en huiselijk leven. Om die reden werden enkel mannen van rijperen leeftijd en van groote ervaring onder hare leden opgenomen, namelijk de afgetreden archonten (zie onder dat woord), die hun ambt met lof bekleed en door een onberispelijk leven de achting hunner medeburgers verworven hadden. Hun aantal was onbepaald en hunne benoeming gold voor levenslang. Het was hun verboden, eereteekens te dragen, blijspelen te schrijven en woeste vermaken bij te wonen, en geheimhouding was voor hen een dure pligt.

De regtbank hield des nachts zitting, en wèl aan het eind van iedere maand, drie nachten achtereen. Het regtsgebouw, dat zich op den heuvel verhief, was zeer eenvoudig en van leem opgetrokken, — het stond er nog in den tijd van Vitruvius. Men vond er een altaar, door Orestes aan Pallas Area gewijd, en twee andere, door Epimenides aan den Hoogmoed en de Schaamteloosheid geheiligd, en daarbij twee teerlingblokken van steen. Op één van deze stond de aanklager, en op het andere de aangeklaagde. Ook waren er de wetten, toepasselijk op criminéle zaken, op eene zuil gegriffeld. Intusschen besliste de Areópagus niet zoozeer naar positieve wetten als wél naar goedvinden, naar herkomst en naar billijkheid. De zaken werden ingeleid door den Archon basileus, nadat hij zijn krans had afgelegd. Plaatsvervangers en zaakwaarnemers werden eerst in lateren tijd toegelaten. Nadat de eerste rede was uitgesproken, was het den beklaagde veroorloofd, vrijwillige ballingschap te kiezen, — ’t geen niet zelden gedaan werd door hen, die een ongunstigen afloop van het procès tegemoet zagen.

De Areópagus bezat het hoogste gezag ter handhaving van de godsdienst en van de openbare orde, zoodat ook ongetrouwe en willekeurig handelende staatsambtenaren, omwentelingsgezinden op staatkundig en godsdienstig gebied en vooral verzakers der goden en verwerpers der oude volkszeden voor die regtbank werden geroepen. Tevens was aan haar het toezigt opgedragen op gezellige zamenkomsten, huwelijks- en offerfeesten, op wegen, straten en gebouwen, op de heilige olijfboomen, op maten en gewigten en op de geneeskundige aangelegenheden. Belangrijk was haar invloed op de vorming der jongelingen en op hunne leermeesters, de rhetoren en philosophen; geen van deze mogt zonder verlof van den Areópagus eene openlijke voordragt houden. Te voren bemoeide zich die regtbank waarschijnlijk met de geldelijke zaken van den Staat, later had zij enkel eene soort van contrôle op de inkomsten der schatkist. Daarenboven kon zij in buitengewone gevallen door het volk bevoegd verklaard worden om de belangen van den Staat te behartigen; en zij heeft dit in tijden van gevaar meermalen uit eigen beweging gedaan. Voorts kon zij als hof van appèl of van cassatie over de vonnissen van andere regtbanken beslissen, namelijk wanneer zij hiertoe van eene afzonderlijke volksvolmagt was voorzien. Zulk een magtig en aristocratisch ligchaam was natuurlijk een steen des aanstoots voor de volksmenners. Door gestadigen tegenstand verloor de Areópagus reeds in de 5de eeuw vóór Chr. een groot gedeelte van zijn gezag. Uit de Handelingen der Apostelen (XVII:19,22) blijkt, dat hij in de dagen van keizer Claudius nog bestond; waarschijnlijk is hij opgeheven onder de regéring van Vespasianus.