Appingadam is een plattelandsstadje in de provincie Groningen. Het is aan het Damsterdiep niet ver van Delfzijl gelegen en de zetel van eene arrondissementsregtbank en van een kantongeregt. Het telt 2200 inwoners en bevat, behalve eene scheepstimmerwerf, eene steenbakkerij en eene bierbrouwerij , 3 olie- en 2 houtzaagmolens, 3 touwslagerijen, 2 looijerijen en 3 vellenplooterijen.
Het vroegst vinden wij van deze plaats melding gemaakt in de kroniek van Emo en Menco, en wel op de jaren 1281 en 1254. In 1536 versterkte er zich een overste der Geldersche stroopers, Meinard van Ham genaamd. Schenk sloeg het beleg voor Appingadam, dat zich geruimen tijd verdedigde, waarna Meinard van Ham en Berend van Hakvoort de plaats bij verdrag aan den Stadhouder van Holland moesten overgeven en zelve krijgsgevangen naar Vilvorden in Brabant werden gezonden. Weleer bestond er een “Apostelhuis”, waar 12 oude mannen werden verzorgd.