Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Appische weg

betekenis & definitie

Appsiche weg (Appia via) is de naam van den prachtigsten weg van het oude Italië, zoodat hij door de dichters de koning (in het Latijn de koningin) der wegen werd genoemd. Hij had eene lengte van ruim 60 geographische mijlen en eene breedte van 8 Ned. el. Hij is het eerst aangelegd door den censor Appius Claudius l’aecus, die hem van de Porta Capena te Rome over Aricia, Appii Forum, Terracina, Funda, Minturnae, Sinuessa en Cisilinum tot aan Capua voortzette.

Door Caesar en vervolgens door Trajanus werd hij langs Calatia, Caudium, Beneventum, Venusia, Heraclea, Tarente en Uria tot aan Brundusium verlengd. De grondslag van dezen weg bestond uit groven, in elkaar gestampte kiezelsteen, die met gladde, omstreeks 1 Ned. el breede en naauwkeurig naast elkaar gevoegde zandsteenen was belegd. Aan de zijden bevonden zich muren ter hoogte van 7 Ned. palm, en telkens na 1000 schreden vond men een mijlsteen, die tevens tot rustplaats kon dienen. De overblijfselen van dien reusachtigen weg geven thans nog getuigenis van zijne hechtheid. Waar hij op de Pontijnsche moerassen stuitte, vond men weleer een kanaal, waarlangs de reizigers in vaartuigen, door muildieren getrokken, den togt konden voortzetten.

< >