Andreae (Jacob), een der ijverigste voorstanders van het regtzinnig geloof in de Luthersche kerk, werd den 25sten Maart 1528 te Waiblingen in Würtemberg geboren. Hij was de zoon van een smid, zoodat hij ook wel eens Schmidlin of Fabricius werd genoemd. Hij studeerde te Tubingen, werd doctor in de godgeleerdheid en bemoeide zich ijverig met de aangelegenheden der Protestantsche kerk. Hij regelde in vele gewesten de kerkelijke zaken, woonde met Christoph von Würtemberg, die hem tot zijn hofprediker benoemd had, de rijksdagen bij te Regensburg, te Frankfort en te Worms, reisde overal rond om de eenheid des geloofs te bevorderen en zag in 1576 naar zijn ontwerp de Formula concordiae tot stand komen. De geleerde, vasthoudende en welsprekende man overleed den 7den Januarij 1790. Zijne talrijke geschriften — meest van polemischen aard — bezitten enkel eene geschiedkundige waarde.
Johann Falentin Andreae, een der meest oorspronkelijke Duitsche schrijvers en kleinzoon van den voorgaande, werd den 17den Augustus 1586 te Herrnberg in Würtemberg geboren. Hij studeerde te Tübingen in de theologie, bezocht vervolgens Zwitserland, Italië, Frankrijk en Oostenrijk en werd daarna diaconus te Vaihingen (1614), superintendent te Kalw (1620), hofprediker te Stuttgard (1639) en abt te Bebenhausen , waarna hij den 27sten Junij 1654 te Stuttgard overleed. Hij was de helper der ongelukkigen en de ijverige voorstander van een practisch Christendom. Hij betreurde het, dat de heilige zaak der godsdienst tot eene twistzaak werd vernederd, en hij opperde het plan om eene nieuwe Christelijke broederschap te stichten, wier leden het kruis en de roos, het teeken van leed en liefde, tot zinnebeeld zouden aannemen. Daarom heeft men hem ten onregte wel eens voor den grondlegger of hersteller van de orde der rozenkruisers gehouden. Zijne geschriften zijn veelal van humoristischen aard en in het Latijn of in het Zwabisch dialect opgesteld. Daartoe belmoren “Menippus sive satyricorum dialogorum' centuria” (1617), “Mythologia christiana,” Christlich Gemӓl,” “Geistliche Kurzweil” enz.